1548 het verpachte bij een goedge keurd uitbreidingsplan of we- deropbouvvplan een niet-agrari- sche bestemming is gegeven. Tenslotte besprak de heer Droesen nog de verplichting van de verpachter tot wederop bouw van door brand of storm teniet gegane opstallen, voor zo ver noodzakelijk. Deze verplich ting bestaat niet bij korte duur overeenkomsten. Van deze ver plichting kan de Grondkamer ontheffing verlenen vóór het aangaan van de pachtovereen komst of bij de toetsing (bij be staande pachtovereenkomsten kan binnen i jaar na inwerking treding van de nieuwe wet een desbetreffend verzoek worden geda an), indien de opstallen niet op redelijke voorwaarden tegen de herbouwwaarde zijn te ver zekeren of indien herbouw op grond van het algemeen land bouwbelang of op grond van bijzondere omstandigheden niet in redelijkheid kan worden ge vergd. Indien wel op redelijke voor waarden kan worden verzekerd, doch de verpachter wenst geen verzekering te sluiten, kan de Pachtkamer de pachter machti gen een voldoende verzekering te sluiten op kosten van de ver pachter. De volgende inleider op de studiedag van de K.N.B.T.B. was Mr. Plochg, advocaat en procureur te Arnhem, die tot een voortreffelijke motivering kwam van de bescherming van de pachter. De pachter moet be schermd worden, omdat de maatschappelijke functie, die hij heeft, uitermate belangrijk is en hij zonder bescherming ze niet behoorlijk kan uitoefenen. De pachter exploiteert en culti veert de grond. Ilij verricht daarmede een dienst aan de sa menleving. Hij zorgt voor de voorziening in de meest elemen taire behoeften van de mens. Om dit goed te kunnen doen moet hij gedurende geruime tijd de beschikking hebben over de grond. De pachtwetgeving heeft de pachter die bescherming ge geven, welke bescherming hoofdzakelijk tot uiting komt in het recht op verlenging en de pachtprijsbehcersing. Mr. Plochg besprak daarna de uitspraken van de pachtrechter op het ter rein van de verlenging van de pachtovereenkomsten. Hij kwam tot de conclusie, dat de pacht rechter op voortreffelijke wijze het na volgende beginsel heeft gehandhaafd, te weten: wan neer eenmaal een bepaalde mens op rechtmatige wijze tot het ge bruik van de grond is gekomen en zich daarop heeft gebouwd een levensstaat, die hem helpt bij het nastreven van zijn uit eindelijk doel, dan mag een an der hem niet dat gebruik zon der ernstige reden ontnemen, wanneer hij daardoor in belang-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 24