1547 lengd met 6 jaren. Verpachter en pachter kunnen echter met inachtneming van de daarvoor bepaalde termijn aan de weder partij kennisgeven, dat de ver lenging niet gewenst wordt. Wenst de verpachter geen verlenging, dan kan de pachter zich wenden tot de Pachtkamer. Geen automatische verlenging met 6 jaren vindt plaats van pachtovereenkomsten, die, met goedkeuring van de Grondka mer, voor een kortere termijn dan 12 respectievelijk 6 jaren zijn aangegaan. De pachter kan echter binnen de gestelde ter mijn de Pachtkamer verzoeken de pachtovereenkomst te verlen gen. Een zeer ingrijpende wijzi ging van de bestaande pachtre- geling is de mogelijkheid tot pachtoverneming. De nieuwe re geling verleent aan een pachter, die 65 jaren is of ten gevolge van ziekte of invaliditeit niet meer in staat is het gepachte op behoorlijke wijze te exploiteren, het recht om aan de Pachtkamer te verzoeken zijn echtgenoot, een of meer zijner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn, een of meer zijner pleegkinde ren of een of meer van de me depachters in zijn plaats te stel len. Voorts besprak Dr. Ir. Droe- sen de schadeloosstelling van de pachter bij niet-verlenging van de pachtovereenkomst, bij tus sentijdse ontbinding en bij ont eigening. Volgens het Pachtbe- sluit kan een pachter wiens pachtovereenkomst niet is ver lengd, omdat de verpachter het gepachte persoonlijk in gebruik wil nemen, niets tegen de ver pachter beginnen, indien later blijkt, dat het persoonlijk ge bruik slechts is gesteld om de pachter kwijt te raken. De nieu we regeling legt de verpachter een verplichting op tot schade vergoeding, indien achteraf blijkt, dat de wil tot persoon lijk gebruik niet werkelijk aan wezig was. Ook indien een ver lenging niet heeft plaats gehad wegens de wil bij de verpachter om het gepachte te bestemmen voor volkshuisvesting, woning bouw, handel of nijverheid of andere niet tot de landbouw be trekkelijke doeleinden en later blijkt, dat die wil slechts gefin geerd is, is volgens het Pachtbe- sluit de pachter machteloos. De nieuwe regeling heft deze on rechtvaardigheid op; de pachter kan nl. ook in dit geval schade loosstelling eisen. Bij de vaststel ling van de schadeloosstelling zal rekening worden gehouden met de mogelijkheid, dat de pachtovereenkomst zou zijn ver lengd, indien het verpachte niet voor een niet-agrarisch doelein de zou zijn bestemd. Geen recht op schadeloosstelling heeft de pachter, indien de pachtverhou- ding is aangevangen, nadat aan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 23