mits slechts op spaarrekeningen
een vervanging plaats vindt door
reële besparingen, die straks we
derom voor vastlegging in een
meer duurzame besparingsvorm
in aanmerking komen. Aan deze
vervanging schort het thans,
waarbij zich wat betreft de aan
trekking van besparingen door
de spaarbankinstellingen wreekt
de lage-rente-politiek van de vo
rige periode. In Engeland, waar
zich overeenkomstige moeilijk
heden voordoen, is daarin voor
zien door gedeeltelijke belasting
vrijdom van rente op spaarreke
ning. In Duitsland zijn nog veel
verdergaande maatregelen ge
troffen ter stimulering van de
particuliere besparingen. Waar
om gebeurt zulks met in ons
land? Een voorziening als geheel
of gedeeltelijke belastingvrijdom
van op spaarboekjes gekweekte
rente, gepaard gaande met een
premieëring van Rijkswege van
bedrijfsspaarregelingen, zou in
betrekkelijk korte tijd een gun
stige wending tot stand kunnen
brengen in het verloop der be
sparingen bij de spaarinstellin-
gen, die thans een voor de kapi
taalmarktsituatie in 1958 weinig
hoopvol perspectief bieden.
Aangezien een opvoering van
de spaarquote en daarmede een
verlichting van de kapitaal
marktsituatie voor 1958 een
dringende eis is om in een nood
zakelijke continuïteit van inves
teringen in de overheidssector
en in de private sector te kun
nen voorzien, zou het wenselijk
zijn, dat de Regering met der
gelijke maatregelen ter stimule
ring van de particuliere bespa
ringen evenveel haast zou ma
ken als met de voorgestelde be
lastingmaatregelen, die uitein
delijk een toeneming van bespa
ringen in overheidsbezit tot ge
volg hebben.