1485 Toelichting: De gegevens over de middenstand zijn ontleend aan het rapport van het Enkele financiële gegevens over de ondernemingen in ambacht en detailhandel, Sociaal-Economische gegevens over het mid den- en kleinbedrijf, no. 6, 1956 blz. 9. De verdeling van de grond naar eigendom of geen eigendom is ontleend aan Statistisch Zakboek 1956, blz. 50. De verdere onderverdeling bij de landbouw is berekend met be hulp van de gegevens in rapport nr. 213 van het Landbouw-Economisch Instituut: De financiële positie van landbouwbedrijven in Nederland, 1954, blz. 34. Het verkregen beeld is merk waardig analoog: globaal de helft van landbouw en midden stand bezit eigen grond resp. bedrijfspand en van de eigenaars heeft weer ongeveer de helft een hypothecaire schuld. De an dere helft heeft dus nog de mo gelijkheid om een hypothecaire lening op te nemen. Daaruit moet men m.i. echter niet kon- kluderen dat de middenstand even grote kredietmogelijkheden heeft als de landbouw. In de eerste plaats zeggen de percen tages uiteraard niets over de be treffende bedragen, terwijl de waarde van het onderpand in de landbouw een andere beteke nis heeft dan in de middenstand. Dr. de Regt schrijft in zijn reeds eerder aangehaalde studie: „De mate waarin en het ge mak waarmede hypothecair kre diet kan worden verkregen, hangt vooral af van de courant heid en de aard van het onder pand. De vraag naar boerderijen is in de Nederlandse landbouw van dien aard, dat grond en ge bouwen doorgaans gemakkelijk kunnen worden verkocht en in dezelfde bestemming kunnen blijven aangewend, indien tot executie zou worden overge gaan" Dit laatste kan zeker niet in deze stellige vorm van de mid denstand worden gezegd; de waarde van het hypothecaire onderpand zal daar meestal zeer sterk afhangen van de plaats waar het zich bevindt en van de ouderdom van het object. Bo vendien zijn de huidige bouw kosten vooral in de steden zo exorbitant, dat de kosten van een nieuw bedrijfspand slechts voor een betrekkelijk klein deel door hypotheek kunnen worden gedekt.6) Een vorm van zekerheid, die in het landbouwkredietwezen bijzonder belangrijk is (hoewel in betekenis enigszins afnemen de) is de borgtocht door perso nen welke vooral voor de klei nere kredietbedragen dikwijls wordt toegepast. Deze zeker heid past ook goed in het Raif- 5) Dr. J. T. P. de Regt t.a.p., blz. 104. 6) Vergelijk hierover het artikel van Mr. Dr. A. F. H. C. Schrijvers over „Het hypothecair krediet" in Klein er Middenbedrijf, 2e jaargang, blz. 274 blz. 274.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 9