worden bereikt dat die vereni
gingen, wier hoofddoel ligt op
ander terrein dan het voorzien
in bepaalde stoffelijke behoeften
van haar leden, ook na de in
voering van de nieuwe wette
lijke bepalingen rustig met hun
werkzaamheden zouden kunnen
voortgaan zonder gevaar te
lopen daardoor in botsing te
komen met de speciale bepa
lingen, die straks voor de coö
peratieve verenigingen worden
ingevoerd. Aangetekend zij hier
bij echter, dat zulks niet zal gei
den voor de bij onze organisatie
aangesloten Boerenleenbanken,
die zijn opgericht volgens de
Wet van 1855 to regeling en be
perking der uitoefening van het
recht van vereniging en verga
dering. Deze Boerenleenbanken
zullen wel coöperatieve vereni
gingen worden in de zin der
wet, indien straks de wetgever
onverhoopt mocht besluiten
zich tot het overnemen van de
door de Nationale Coöperatieve
Raad gedane suggestie te moe
ten beperken.
Een tweede kwestie, waarbij
speciaal de spaarbanken van on
ze Boerenleenbanken nauw zijn
betrokken, is de bepaling be
treffende de niet rechtspersoon
lijkheid bezittende verenigingen,
onder meer inhoudende dat zulk
een vereniging in rechte geen
nakoming kan vorderen van an
dere verbintenissen dan die wel
ke tegen leden uit het vereni
gingsverband zijn ontstaan (art.
7 van titel 2 afdeling 1). Deze
bepaling is de konsekwentie van
het beginsel, neergelegd in het
derde vraagpunt, in de aanhef
van dit artikel bedoeld en door
de Kamer aanvaard.
Terecht vestigden de rappor
teurs in het voorlopig verslag
de aandacht op de grote bezwa
ren, waartoe de practische toe
passing van deze bepaling zal
leiden. Bij nauwkeurige lezing
van de voorgestelde tekst im
mers komt men tot de conclu
sie, dat een vereniging zonder
rechtspersoonlijkheid in de toe
komst wel vorderingen ook op
niet-leden kan verkrijgen zoals
b.v. het saldo van een postgiro
rekening ofwel terzake van op
haar naam bij de spaarbank in
gelegde gelden, doch dat de ver
eniging de middelen mist om
deze vorderingen geldend te ma
ken. Dit blijft voorbehouden
voor het bestuurslid of de ver
tegenwoordiger van de vereni
ging, die in deze hoedanigheid
de verbintenis heeft aangegaan.
Wel geldt dit ook bij de hui
dige wet, doch zij biedt althans
het voordeel, dat zij de lijn kon-
sekwent heeft doorgetrokken
door te bepalen, dat overeen
komsten namens een niet rechts
persoonlijkheid bezittende ver
eniging gesloten en goederen na
mens haar verkregen ten op
zichte van derden worden be-