1486
feisen-stelsel waarop de Neder
landse boerenleenbanken zijn
gebaseerd. Volgens dit stelsel
helpen de landbouwers (even
tueel met de middenstanders en
gesteund door de notabelen)
van het dorp elkaar met de
voorziening in de kredietbehoef
ten doordat zij, die liquide mid
delen beschikbaar hebben, deze
deponeren bij de boerenleen
bank, waardoor anderen aldaar
krediet kunnen krijgen, terwijl
men ook zo nodig als borg op
treedt als een kredietnemer geen
zakelijke zekerheid kan stellen.
De borgtocht kan ook daarom
worden toegepast omdat de boe
ren van een dorp elkaar kennen
en elkaar's capaciteiten kunnen
beoordelen.
Dit ligt bij middenstanders,
die ieder in een eigen branche
werkzaam zijn, uiteraard geheel
verschillend en de borgtocht zal
hier dan ook in veel geringere
mate toepassing kunnen vinden.
Alvorens thans de borgtocht
in de voren van de overbeids-
krediet garantie te behandelen,
moge eerst worden ingegaan op
de verschillende soorten krediet,
die gevraagd kunnen worden.
De boerenleenbanken verlenen
zowel krediet in rekening-cou
rant, dus vooral bedoeld voor
de seizoenfinanciering, als vaste
voorschotten ter financiering
van werktuigen, machines, vee
e.d. Deze voorschotten beiopen
gemiddeld 7 jaar; men zou dus
van middellang krediet kunnen
spreken. Indien voldoende mid
delen ter beschikking staan
gaat de boerenleenbank nog wel
verder en verleent zij ook kre
diet met een werkelijk lange
looptijd ter financiering van
grond en gebouwen, het z.g.
grondkrediet. Dat wil niet zeg
gen dat de boerenleenbanken
ten aanzien van al deze soorten
krediet een even belangrijke rol
spelen; bij het lange krediet ne
men andere geldgevers als parti
culieren, hypotheekbanken en
institutionele beleggers e.d. een
kwantitatief grotere plaats in 7),
doch wel is het zo, dat de land
en tuinbouwers in principe voor
alle onderdelen van hun krediet
behoefte bij de boerenleenbank
terecht kunnen. De bank heeft
de mogelijkheid om ook kredie
ten met een langere looptijd te
verschaffen omdat van ouds het
grootste deel van haar creditzij
de uit spaargelden bestaat, die
juridisch weliswaar kortlopend
zijn, doch die economisch als
middelen van de kapitaalmarkt
zijn te beschouwen, omdat
slechts een gering deel wordt
opgevraagd en dat deel boven
dien meestal meer dan gckom-
penseerd wordt door nieuwe be
sparingen. 8)
7) Dr. de Regt t.a.p., blz. 152.
8) Voor het geheel dei boerenleen
banken (de beide centrales met de
daarbij aangesloten lokale banken) be
droegen per ultimo 1956 de spaargel-