I45<5 plicht voor rogge instelde en daarbij geen uitzondering maak te voor de rogge, die de boer voor eigen gebruik en dat van zijn gezin gewoon was te hou den, schreef van den Eisen on der meer: „Ontroving van alle eigendom is feitelijk niets an ders dan verkrachting van het recht van eigendom en huldiging van het grofste communisme, dat de mens het recht ontzegt op de vruchten van zijn arbeid of hem zijn eigendommen ont steelt voor een prijs die het ver kiest" (proefschrift blz. 166). Over zijn schrijfwijze zegt Hollenberg o.m.: „In al deze ge vallen wordt de lezer van het Weekblad steeds weer getrof fen door de felle, agressieve schrijftrant van de redacteur, die zelfs niet terugdeinst voor grove, stemmingmakende uit drukkingen als bedriegers, uit zuigers, woeker joden, judassen enz. Ook schroomt deze dan niet tegenstanders aanstonds als verdacht voor te stellen en de zen dan bij voorkeur als „libe raal" te brandmerken." (proef schrift blz. 74). Deze felle toon wordt echter begrijpelijker indien men be denkt, dat het optreden van van den Eisen plaats vond in een tijd, toen de boerenbevolking in uiterst moeilijke omstandig heden verkeerde en men inder daad van „uitzuigerij" kon spre ken. En het oordeel over de toon van de boeren-apostel kan nog meer verzacht worden, in dien men ziet en Hollenberg verzuimt niet daar verscheidene malen op te wijzen dat van den Eisen zich allerminst be schouwde als de woordvoerder van om in moderne termen te spreken een pressure- group, die er op uit was om de grootst mogelijke materiële voordelen voor zijn groepering te bereiken, doch integendeel in de eerste plaats de sociale en zedelijke verheffing van de boe renstand beoogde. Hij keerde zich bijv. sterk tegen het stre ven van sommigen, die vooral ijverden voor verbetering van de landbouwtechniek. Nog een enkel kenmerkend citaat moge ik mij in dit verband veroorlo ven, namelijk een aanhaling uit wat van den Eisen in het eerste nummer van zijn Weekblad op merkte: „In dit blad zal meer plaats beschikbaar zijn en zullen wij meerdere nuttige lessen en wenken van de praktische land bouwkunde, van de veehandel, markten enz. kunnen plaatsen, maar de eerste plaats zullen al tijd blijven innemen die artike len, welke bijdragen tot het vor men van een machtig en sterk aaneengesloten lichaam in de band der christelijke liefde en tot zedelijke hervorming en op beuring van de boerenstand" (proefschrift blz. 73). Hiermede in verband staan

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 20