1405 TOTAAL BOERENLEENBANKEN Inlagen Terugbetalingen Spaarsaldo 1957 Spaarsaldo 1956 122.7 96.8 25.9 35.9 95.1 85.4 9.7 22.8 89.6 99.8 10.2 2.9 90.2 101.9 11,7 14.4 109.7 95.2 14.5 11.9 91.8 74.7 17.1 12.6 116.4 82.8 33.6 17.1 105.1 71.3 33.8 -f- 26.6 820.6 707.9 112.7 115.4 snoer afgestemd. Reeds in 1956, toen de acute geldschaarste als gevolg van een overmatige be steding om zich heen greep, hebben wij maatregelen getrof fen om te komen tot een inper king van de crediet- en voor schotmogelijkheden bij de boe renleenbanken. Onder meer werd de crediet- en voorschot verlening aan niet-Ieden geheel stopgezet. De looptijden van de aan leden te verstrekken voor schotten werden, met handha ving van de clausule der opzeg baarheid, ingekort tot 20 jaar, met andere woorden de aflos singsbedragen werden verdub beld. In de loop van 1957 werd het maximum bedrag van cre- dieten en voorschotten, dat aan een niet tot de land- en tuin bouw behorend lid kan worden verleend, beperkt tot 50.000. Met andere woorden: uit ons zelf hebben wij reeds veel eerder een drastische kwalitatieve cre- dietbeperking toegepast, als ge volg waarvan de verlening van bepaalde credieten en voor schotten verminderd of zelfs verhinderd werd. Dit zal, naar de cijfers uitwijzen, ertoe leiden, dat de totale credietuitzetting bij de boerenleenbanken blijft bin nen de perken van de stijging der spaargelden of met andere woorden: de verdere toeneming van de crediet- en voorschot portefeuille der boerenleenban ken wordt monetair neutraal ge financierd. En zolang zulks het geval is, kunnen wij, naar ons voorkomt, met recht stellen, dat de thans door De Nederlandsche Bank voor de handelsbanken in-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 5