1425
mum spaarperiode op negen
jaar gesteld. Weliswaar kan men
ten alle tijde zijn gespaard te
goed opvragen (de rekening is
dus niet geblokkeerd) maar men
verliest wanneer men vóór af
loop van de eerste zes jaren zijn
tegoed opneemt, het recht op
uitkering van de premie. Slechts
in één geval is een kortere spaar
periode dan zes jaar zonder
verlies van premie toege
staan; dat is, als men gaat trou
wen.
De spaarrekening moet dan
echter minstens drie jaar heb
ben uitgestaan om voor de pre
mie in aanmerking te komen.
Minimum- en maximumspaar-
bedragen:
Om het doel vorming van
bezit te bereiken is het nood
zakelijk, dat een minimumbe
drag wordt gespaard.
In het wetsontwerp is dit ge
steld op 30,per jaar met
dien verstande, dat het totaal
ingelegde bedrag tenminste
evenveel malen 30,moet
belopen als het aantal kalender
jaren, dat de rekening heeft uit
gestaan. Het is dus niet nodig
elk jaar in te leggen, maar het
spaarsaldo moet minstens gelijk
zijn aan het aantal jaren, dat de
rekening uitstaat x 30,
Aan de andere kant is een
maximum bedrag voor de inla
gen gesteld om de kosten voor
het Rijk niet te hoog laten op
lopen. Deze maximum inlage is
gesteld op 200,per jaar.
Opneming van spaartegoed:
Zoals reeds vermeld, zijn de
tegoeden op de jeugdspaarreke-
ning niet geblokkeerd. Men kan
te allen tijde een deel van zijn
tegoed of zelfs het gehele te
goed opnemen. Neemt men ech
ter meer dan éénmaal per jaar
gelden op of neemt men meer
op dan reeds in dat jaar werd
ingelegd, dan komt de jeugd-
spaarrekening te vervallen. Doet
één van deze feiten zich voor
vóór de afloop van het zesde
jaar, dan vervalt zelfs het recht
op de premie. Doet een dergelijk
feit zich voor na afloop van het
zesde jaar, dan wordt de reke
ning weliswaar opgeheven (men
kan dus niet meer inleggen)
maar behoudt men het recht op
de premie van 10% van het in
gelegde bedrag.
Een toegestane uitzondering
blijft de reeds besproken opne
ming ter gelegenheid van het
huwelijk van de deelnemer.
Beëindiging van de jeugdspaar-
rekening:
Een jeugdspaarrekening ein-
digt:
a) Bij overlijden van de deelne
mer;