1421
storten van of disponeren over
contante gelden, hetzij voor het
afwikkelen van girale opdrach
ten, hetzij voor de benutting van
een safe-loket of wat dies meer
zij.
Het is voor een boerenleen
bank wel eenvoudig, om een ad
vertentie te plaatsen of op een
andere wijze bekend te maken,
dat de bank gedurende een be
paalde tijd gesloten is, doch op
de eerste plaats is het niet ze
ker, dat iedere cliënt deze me
dedeling verneemt en verder
kan het best zo zijn, dat een
cliënt juist gedurende de voor
gestelde sluitingsperiode van de
diensten der bank gebruik moet
maken.
Over deze materie werd reeds
in de Maandelijkse Mededelin
gen van februari 1955 geschre
ven. Daarin werd onder meer
gesteld, dat getracht moet wor
den in ieder geval een oplossing
te vinden, wanneer een kassier
ziek wordt of met vakantie wil
gaan. Deze oplossing zou ge
vonden moeten worden in de
vorm van „burenhulp", waarbij
de kassiers of hun assistenten
over en weer hulp verlenen, óf
wel doordat assistentie wordt
verleend van de zijde der Cen
trale Bank. Het is begrijpelijk,
dat dit laatste slechts in het
uiterste noodgeval kan plaats
vinden, doordat de omvang van
de inspektiedienst niet berekend
is op vervanging van kassiers,
welke overigens vanzelfspre
kend gelijktijdig in de zo
mermaanden met vakantie wil
len gaan.
De konklusie moet zijn, dat,
om het de kassier mogelijk te
maken met vakantie te gaan,
niet de oplossing moet worden
gekozen de boerenleenbank te
sluiten, doch dat naar een andere
oplossing moet worden gezocht
om bij vakantie van de kassier
de normale gang van zaken bij
de boerenleenbank te kunnen
voortzetten.
Over de serviceverlening door
de boerenleenbanken werd reeds
geschreven in het november
nummer van 1954 van de
„Maandelijkse Mededelingen".
Daarin werd naar voren ge
bracht, dat de openstellingsuren
bij een bank zo ruim mogelijk
dienen te zijn. Vele boerenleen
bankbeheerders zijn zich even
wel nog niet bewust van deze
noodzaak. Onlangs nog verna
men wij van de direkteur ener
bank, dat aan uitbreiding der
openstellingsuren geen behoefte
was, omdat de cliënten dit ?iiet
verlangden.
Wanneer het evenwel een
maal zover gekomen is, dat de
cliënten dit verlangen, dan is
het al te laat. Een boerenleen-