1410 ven voor 1958 werkelijk op het in de Millioenennota aangegeven peil zal kunnen houden. De ver gelijking, die in dezelfde nota wordt gemaakt tussen de oor spronkelijke begroting voor 1957 en het beeld, dat men thans van de realisatie heeft, stemt in dit opzicht niet tot optimisme. Indien echter de uitgaven on geveer binnen de aangegeven grenzen zullen kunnen worden beperkt en indien ook het finan cieringsplan voor de woning- wetbouw rondloopt, dan mag worden verwacht, dat uit de sfeer der openbare financiën een krachtige impuls zal uitgaan tot verbetering van 's lands mo netaire positie. H. W. J. BOSMAN.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 10