1369 centrale bank van de spaarban ken, die bepaalde bedragen van de aangesloten banken zou ont vangen en deze zou beleggen. Een commissie, die met het oog op deze kwestie werd ingesteld, was eenstemmig van oordeel, dat eau dergelijk centraal orgaan zou moeten worden opgericht, doch bij de diskussie hierover waren de tegenstanders in de meerderheid. Na de tweede we reldoorlog is deze materie op nieuw aan de orde gekomen met ongeveer hetzelfde verloop. Is het dus niet gekomen tot de op richting van een centrale bank, die dan ongeveer dezelfde taak zou hebben vervuld als de centrale boerenleenbanken, de Spaarbankbond is er wel in ge slaagd om een zeer goede con trole op de spaarbanken in te voeren, welke controle zich niet beperkt tot een beoordeling van de administratie en van de juist heid van de balans en verlies- en winstrekening, doch ook de beleggingen van de betreffende spaarbanken critisch beziet. Bij het doorvoeren van de Wet Toezicht Kredietwezen is de Spaarbankbond dan ook erkend als het orgaan, waaraan een be langrijk deel van het wettelijke toezicht op alle algemene spaar banken werd gedelegeerd. Met het noemen van de beleg gingen komen wij op een ter rein, ten aanzien waarvan het verschil met de boerenleenban ken het meest in het oog springt. Benutten de laatstgenoemde in stellingen de toevertrouwde gel den voor een belangrijk deel ten behoeve van de krediet- en voorschotverlening aan land- en tuinbouw, de spaarbanken heb ben bij het kiezen van beleggin gen in het algemeen uitsluitend gelet op de eisen van zekerheid en liquiditeit, naast voldoende rentabiliteit, die ten behoeve van het vertrouwen van de spaarders, aan die beleggingen moeten worden gesteld. Op deze wijze is er niet zo veel terecht gekomen van de bedoeling, die bij sommigen in de eerste jaren heeft voorgezeten om de spaar- bankgelden ten dele ook te ge bruiken voor het steunen van initiatieven, die niet zonder meer voldoen aan de drievou dige eis van soliditeit, liquiditeit en rentabiliteit (vergelijk blz. 121). Het boek van de heer Buning is, naar het ons voorkomt, zeer volledig. Alle aspecten van het werk van de bond worden be sproken en deze bespreking vindt op een zeer overzichtelijke wijze en in een prettig leesbare stijl plaats. Slechts een enkel as pect had wellicht iets uitvoeri ger kunnen worden besproken; zo waren wij wel enigszins be nieuwd, hoe de 110, meest klei nere spaarbanken die tijdens de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 9