1394
lid 2 van het H.R. slaat alleen
op voorschotten of credieten
verleend aan landbouwers; voor
schotten of credieten immers,
anders dan tot instandhouding
en verbetering van een land
bouwbedrijf zijn, geheel onaf
hankelijk van hun grootte,
steeds aan de goedkeuring van
de Centrale Bank onderworpen.
In dit verschil in formele behan
deling tussen uitleningen in en
buiten de landbouw ligt moge
lijk de oorzaak van het misver
stand, hetwelk wij de laatste tijd
bespeuren.
Wellicht is het dan ook dien
stig om in het kort nog eens na
te gaan voor welke voorschot-
of credietaanvragen de goedkeu
ring van de Centrale Bank moet
zijn verkregen, alvorens deze
mogen worden verstrekt.
Deze goedkeuring is nodig
voor het verlenen van:
a. voorschotten of credieten
aan- of onder borgtocht van
leden van het Bestuur, van
de Raad van Toezicht of de
kassier;
b. voorschotten of credieten
aan- of onder borgtocht van
rechtspersonen;
c. voorschotten of credieten
met een looptijd van langer
dan 10 jaar;
d. voorschotten of credieten
aan eenzelfde persoon, in
dien daardoor wordt over
schreden de som hiervoor bij
Huishoudelijk Reglement
bepaald (meestal 3000,
e. voorschotten of credieten
anders dan ter instandhou
ding en verbetering van het
door het betrokken lid uit
geoefende landbouwbedrijf.
Vanzelfsprekend is het, dat
voor het wijzigen der voor
waarden, waaronder voorschot
ten of credieten werden ver
strekt, waarvoor de goedkeu
ring van de Centrale Bank ver
eist was, ook deze goedkeuring
moet zijn verkregen, waaronder
begrepen wijzigingen in aflos-
singsvoorwaarden en gestelde
zekerheden.
De voorschot- en credietver-
lening onzer boerenleenbanken
is nu eenmaal aan bepaalde re
gelen gebonden; laten beheer
ders en kassiers zich daaraan
houden, en dan niet alléén om
het inspektierapport zo kort
mogelijk te doen zijn.