DISCONTO-VERHOGING
„Het voortgezet gebrek aan
evenwicht in de Nederlandse
Volkshuishouding heeft in de
afgelopen weken geleid tot een
toenemend beroep op De Ne-
derlandsche Bank en een toene
mende daling van de deviezen
reserves. Op grond van deze
omstandigheid heeft De Neder-
landsche Bank besloten, in het
belang van een herstel van het
evenwicht tussen nationale mid
delen en nationale bestedingen,
haar rente-tarieven, die sedert
oktober 1956 onveranderd wa
ren gebleven, met een half pro
cent te verhogen".
Aldus luidde het communi
qué van De Nederlandsche
Bank, waarmede de vierde dis
conto-verhoging in 1 Yi jaar tijd
werd aangekondigd. Het pro
messe-disconto, dat gelijk is aan
het debetrente-tarief, waarvoor
de banken tegen onderpand van
schatkistpapier of van ter beurze
verhandelbare obligaties e.d.
crediet kunnen opnemen bij De
Nederlandsche Bank, is hierdoor
gebracht op 4%°/o. En de debet
rente voor crediet in lopende re
kening bij handelsbanken, die
doorgaans bepaald is op 13^2°/°
boven het promesse-disconto,
op 6J4°/o.
In een betrekkelijk korte tijd,
n.1. van 1 Yi jaar, is nu de pro
messe-disconto verhoogd van 3
tot 4/4°/o. Behalve uit de krach
tige verhoging in enkele maan
den tijds blijkt de betekenis van
de getroffen maatregel ook hier
uit, dat, toen in de voorafgaande
periode van onevenwichtigheid
tussen nationale middelen en
nationale bestedingen, n.1. ten
tijde van de Korea-crisis, toen in
de reserves aan buitenlandse be
talingsmiddelen nog een veel ge-
duchtere bres was geslagen en
ter verbetering daarvan even
eens de disconto-schroef werd
gehanteerd (gepaard gaande met
credietbeperkingsmaatregeien
teneinde de disconto-verhoging
effectief te maken), de hoogste
stand van het promesse-disconto
werd bereikt met 4^%.
Is de toestand nu dan zoveel
erger als toen, zou men zich
kunnen afvragen? Gedeeltelijk
kan deze vraag ontkennend wor
den beantwoord, inzoverre als
thans de reservepositie wat be
treft het bezit aan buitenlandse
betalingsmiddelen gunstiger is.
Gedeeltelijk ook moet zij beves
tigend worden beantwoord, om
dat toen de betalingsbalans-cri
sis ons a.h.w. van buiten-af was
aangedaan (acuut oorlogsgevaar,
vooral gepaard gaande met een
sterke stijging van de grondstof-