1387 één betaling mag geschieden. 2. Indien de stortingsplich- tige het verschuldigde niet tij dig voldoet, zendt de Directeur van het Grootboek hem een aanmaning om binnen tien da gen alsnog aan zijn verplichting te voldoen. 3. Wordt aan de aanmaning geen gevolg gegeven dan vaar digt de Directeur een dwangbe vel uit, medebrengende het recht om de roerende en onroerende goederen van de stortingsplich- tige zonder vonnis aan te tasten. 4. De te storten bedragen blijven verhaalbaar op het be trokken pand, onverschillig in wiens handen het zich ook be vindt. 5. De te storten bedragen zijn bevoorrecht op het betrok ken pand, doch dit voorrecht komt eerst na een op het pand drukkende hypotheek. Rentebijschrijving. 1. Over de per 1 augustus van enig jaar in het Grootboek ingeschreven bedragen wordt een rente vergoed van 3% 's-jaars. Daar deze rente ook weer wordt bijgeschreven, zal zij op haar beurt weer rente opleveren. 2. Wordt het tegoed geheel of gedeeltelijk uitbetaald wegens aangebrachte verbeteringen, we gens het geheel of gedeeltelijk teniet gaan van het pand of om dat het pand ophoudt een wo ning te zijn (men zie hierom trent nader onder Uitbetaling en Ontheffing van Stortingsplicht) dan worden voor de rentebere kening de uitbetalingen geacht te hebben plaats gehad op 31 juli voorafgaande aan de dag der uitbetaling. Men vrage dus in bovengenoemde gevallen nim mer om uitbetaling tegen het einde van enig stortingsjaar doch onmiddellijk na het begin van het volgende stortingsjaar. De Staat zou anders ongeveer een jaar rente verdienen over het terugbetaalde bedrag. Uitbetaling en Ontheffing van Stortingsplicht. 1. De in het Grootboek in geschreven gelden en bijgeschre ven rente worden ter bestrijding van de kosten van verbeterin gen alsmede ter betaling van de belastingen terzake van die deblokkering (men zie hiervoor nader onder Fiscale Voorzienin gen) uitbetaald, mits: a. de verbeteringen na 1 augus tus 1957 zijn aangebracht; Onder verbeteringen worden ver staan: alle technische voorzieningen, waardoor het woongerief geacht kan worden te zijn gestegen, met inbegrip van in rechtstreeks verband daarmede uitgevoerde andere werkzaamheden, alsmede voorzieningen, welke bestaan in binnen door de Minister van Volks huisvesting en Bouwnijverheid te be palen tijdvakken uitgevoerde schilders- en stucadoorswerkzaamheden aan het inwendige van woningen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 27