1383
een aantal woningen, waarvoor
steun is verleend op de voet van
de Premieregelingen 1950 en
1953, te verhogen met percen
tages variërende van 1 tot 25.
Hetzelfde is het geval met wo
ningwetwoningen gebouwd na
1950. Voorts zou het kunnen
zijn, dat met betrekking tot wo
ningen, herbouwd met een na
het in werkingtreden van de
Wet op de Materiële Oorlogs
schaden toegekende financiële
tegemoetkoming boven de bij
drage, de Minister de huurprij
zen wijzigt.
III. De Huurwet schrijft
geen automatische verhoging
voor van de huren van bedrijfs
panden. Partijen kunnen echter
in gemeen overleg tot een huur
verhoging overgaan, welke ver
hoging echter niet meer mag
bedragen dan 15%. Deze con
tractuele (en gelimiteerde) huur
verhoging is evenwel niet mo
gelijk voor die herbouwde be
drijfspanden, waarvoor boven
de bijdrage in de geleden oor
logsschade een financiële tege
moetkoming is toegekend na
het inwerkingtreden van de
Wet op de Materiële Oorlogs
schaden, tenzij de Minister van
Volkshuisvesting en Bouwnij
verheid alsnog anders zou be
palen.
Weigert een huurder een
door de verhuurder verlangde
verhoging met maximaal 15%
te accepteren, dan kan de ver
huurder hem de huur opzeggen
met inachtneming van de daar
voor geldende termijn. Is de
huur aldus door opzegging be
ëindigd en weigert de gewezen
huurder het pand te ontruimen,,
dan kan de verhuurder een ont
ruimingsactie aanhangig maken
bij de Kantonrechter. Deze zal
een ontruimingsvonnis uitspre
ken, indien naar zijn oordeel de
gevraagde huurverhoging rede
lijk is.
IV. Indien in de huurprijs
een verhoging is begrepen we
gens minder sobere bouw, we
gens het aanbrengen van bijzon
dere voorzieningen, wegens ver
nieuwing van centrale verwar
mingsinstallaties enz. dan moet
alvorens het verhogingspercen
tage over de huurprijs wordt
berekend, de huurprijs met
eerstbedoelde verhogingen wor
den verminderd. De huurverho
ging betreft dus alleen de zgn.
naakte huurprijs.
V. Is een aan huurverhoging
onderworpen woning door de
schuld van de verhuurder der
mate verwaarloosd, dat zij niet
meer voldoet aan redelijke eisen
van bewoonbaarheid, dan kun
nen op verzoek van de huurder
Burgemeester en Wethouders
van de Gemeente, waarbinnen
de woning is gelegen, beslissen,
dat de huurverhoging niet is.