1377
16 juli bepaald zwak gestemd.
Zeker is wél, dat de gemeen
ten en andere publiekrechtelijke
lichamen, die zijn gebonden aan
het rentegamma, bij verdere
stijging van de rente op de ka
pitaalmarkt geen enkel uitzicht
meer hebben op consolidatie
van hun kasgeldleningen of re-
kening-courant-credieten noch
op plaatsing van de langlopende
leningen, die nodig zijn voor in
vesteringsobjecten, waarmede
nog moet worden begonnen.
Ook de prioriteit van de wo
ningbouw en met name de
bouw van premiewoningen lijkt
hiermede in het gedrang te ko
men.
Hoe onmogelijk de positie
van de gemeentebesturen is ge
worden, blijkt wel het duide
lijkst, wanneer men de tarieven
van het bekende, nog steeds on
veranderde rentegamma stelt
naast het rendement, dat bij de
huidige koersen wordt gemaakt
op ter beurze genoteerde obli
gatieleningen.
Zo vermeldt het rentegamma
als maximumrente voor lenin
gen met een gemiddelde loop
tijd van:
20 jaar en langer 4J4%>
ij20 jaar 4%%
1015 jaar 4 °/o
810 jaar 3/4%
68 jaar 3 3/2°/«
minder dan 6 jaar 3/4°/°
Ter vergelijking daarmede
zijn hierna van een aantal staats
fondsen naast de gemiddelde
looptijd de koersen per 19 juli
vermeld met het uit die koersen
afgeleide effectieve rendement.
Daarbij moet nog worden op
gemerkt, dat in het algemeen
voor andere obligatieleningen
dan staatsfondsen de koersen
naar verhouding nog lager lig
gen met dienovereenkomstig
een nog hoger effectief rende
ment. Ook uit deze tabel blijkt
overigens reeds duidelijk, hoe
groot de achterstand van het
rentegamma is geworden.
koers 79/7
eff.rend.
81 ?4
4.67%
87%
4.96%
84
4.93%
4.890/0
87%
5.35%
89
5.51%
gern. looptijd
334% Nederland 1950 22 jaar
3^4% Nederland 1953 17% jaar
3 °/o Grootboek 1946 1234 jaar
3>2°/o Nederland 1951 io34 jaar
3 °/o Nederland 1962-64 6,4 jaar
3 Investeringscert. 5,5 jaar