137^ zouden de monopolieheffingen wellicht ca. 5,per 100 kg. moeten bedragen. Het effect hiervan op de kostprijzen van melk, varkensvlees en eieren zou bedragen: 40 ct. per 100 kg. melk, 25 ct. per kg. var kensvlees (geslacht gewicht) en iJ4 ct. per ei. Vooral de kost prijzen van varkensvlees en eie ren zouden door dergelijke mo nopolieheffingen dus aanzien lijk hoger zijn. De melkveehouders zouden uiteindelijk in de garantieprijs van melk wel schadeloos gesteld worden voor de kostenstijging ten gevolge van de monopolie heffingen. Of de varkenshou ders een behoorlijke compensa tie hiervoor zouden ontvangen, zou vooral afhankelijk zijn van het gehele varkensbeleid, dat zoals gezegd nog in de lucht hangt. De pluimveehou ders zouden hun voer tegen aan zienlijk hogere prijzen moeten aankopen, terwijl het zeer moei lijk, wellicht onmogelijk zou zijn hen hiervoor een compen satie te bieden in de vorm van hogere eierprijzen. En hun eco nomische positie is sedert einde 1956 toch al ongunstig. Van daar dus het standpunt van het Landbouwschap: lage basis voor de monopolieheffingen en aan vullende toeslagen voor de voer- graantelers, zodat de veehou ders het veevoeder tegen be trekkelijk lage prijzen zouden kunnen betrekken. Maar de regering stelde, dat zij geen geld had voor deze voergraantoeslagen en dus het voorstel van het Landbouw schap moest afwijzen. Het be stuur van het Landbouwschap kon desnoods akkoord gaan met als basis voor de monopolie heffingen de kostprijzen van de binnenlandse voergranen te ne men. Dit echter alleen op voor waarde, dat de veehouderij-sec toren waarbij met name op de pluimveehouderij werd ge wezen volledige compensatie voor de stijging van de voerprij- zen zou ontvangen, zo nodig met behulp van gelden uit de schatkist. De regering heeft nu beslist de monopolieheffingen af te stemmen op het kostprijspeil (voor gerst op 25,50 en voor haver op 23,75 Per 100 kg.) maar niet de toezegging gege ven, dat zij ervoor zal zorgdra gen, dat alle veehouderij-secto ren een volledige schadeloos stelling zullen ontvangen. Zij stelt zich op het standpunt, dat maar getracht moet worden via aanwending van de gelden, wel ke uit de monopolieheffingen op import-voergraan binnenkomen, een zo groot mogelijke compen satie voor de veehouderij-secto ren te bereiken. Dat dit zal luk ken, moet echter speciaal wat de pluimveehouderij betreft

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 12