1344 Vele senatoren hadden ernsti ge bezwaren tegen de blokke ring van een deel der eigenaars- lasten m.b.t. melk en rogge en in het bijzonder tegen het feit, dat over het tijdstip van de de blokkering, van de uitbetaling van de geblokkeerde gelden, niets vaststaat. De Minister bleek niet bereid tot een toezegging dienaangaande. Vóór begin 1959 zou deblokkering niet plaats vin den en of in 1959 deblokkering al of niet zou plaats hebben, zou beslist worden in het licht van de omstandigheden op dat mo ment. Hoe zal dan de positie van de schatkist zijn? Zal de si tuatie op de bouwmarkt het toe laten grote bedragen uit te ke ren, welke aangewend worden voor verbetering van gebouwen en nieuwbouw? Telkens werden andere argu menten naar voren gebracht om de blokkering te verdedigen. Eerst waren het vooral de on gunstige positie van de schatkist en de wens zekerheid te hebben, dat de gelden werkelijk voor de gebouwen zouden worden aan gewend. Nu wijst men van rege ringszijde op de grote bedragen, welke uit de algemene middelen in de eerstvolgende jaren be schikbaar moeten komen voor euromarkt, onderwijs, enz. En nu vreest men, dat deze gelden, als ze uitgekeerd zouden wor den, juist voor de gebouwen zouden worden gebruikt en daardoor wellicht de bouwmarkt zouden verstoren. Straks zullen wel weer andere argumenten ge vonden kunnen worden om de deblokkering uit te stellen. Na het zeer teleurstellende ant woord van de Minister werd met grote meerderheid een mo tie aangenomen, waarin de rege ring werd uitgenodigd middelen te beramen om de geblokkeerde bedragen zo spoedig mogelijk uit te keren. Of de regering deze uitspraak van de Eerste Kamer ter harte zal nemen, valt vooralsnog zeer te betwijfelen. Verwacht kan echter worden, dat in de Twee de en Eerste Kamer binnen af zienbare tijd nog wel eens op dit vraagstuk zal worden terug gekomen. Dit is ook noodzake lijk, want de boeren en eige naars hebben deze gelden hard nodig en het is hoogst onbevre digend, dat over het tijdstip van de uitkering geen enkele zeker heid wordt gegeven. Ook over het zgn. structuur beleid en maatregelen tot verbe tering van de landbouwstruc tuur is in de Eerste Kamer uit voerig gesproken. Ten aanzien van door Minister Mansholt als onmisbaar genoemde maatrege len met een dwangkarakter, zo als vestigingseisen t.a.v. het be drijf, bleken bij vele sprekers ernstige bezwaren te bestaan. De

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 24