ZEKERHEID BIJ HYPOTHEKEN
Bij de hypothecaire geldlening
geeft het onderpand aan de geld
gever de zekerheid, dat hij het
geleende zal terugontvangen.
Wanneer, door welke omstan
digheden ook, niet wordt vol
daan aan de contractuele ver
plichtingen tot betaling van ren
te en aflossing, zal de kredietge
ver het onderpand uitwinnen en
zich de lening vermeerderd met
intrest en kosten uit de op
brengst van het onderpand kun
nen doen betalen. Hij komt dus
aan zijn trek, behoudens in het
geval, dat de opbrengst van het
geëxecuteerde onderpand niet
voldoende is. In dit geval be
houdt hij voor het ontbrekende
bedrag een concurrente vorde
ring op de geldnemer. Bij ge
bouwen zal de geldgever als
voorwaarde stellen, dat er een
brandverzekering wordt geslo
ten, die hem de zekerheid geeft,
dat zijn rechten beschermd zijn,
indien het onderpand door
brand verloren zou gaan of in
waarde zou verminderen.
De geldgever heeft aan verde
re waarborgen behoudens so
liditeit van de geldnemer -
geen behoefte. Wel daarentegen
de geldnemer. Wanneer rente
en aflossing niet of moeilijk
kunnen worden betaald, staat de
geldnemer voor moeilijkheden,
die voor hem en de zijnen ca
tastrofaal zouden kunnen wor
den.
Een van de oorzaken waar
door de betaling van rente en
aflossing moeilijkheden zal kun
nen veroorzaken, is het overlij
den van de kredietnemer. Wan
neer de leider en voornaamste
arbeidskracht door overlijden
aan het bedrijf komt te ontval
len, zal voortzetting van het be
drijf extra kosten met zich me
debrengen. Bovendien zijn er op
het tijdstip van overlijden nog
vele andere uitgaven, zoals suc
cessierechten, inkomstenbelas
ting over het niet-vrijgestelde
gedeelte van de overlijdenswinst
enz. In deze omstandigheden
kunnen rente en aflossing een
te zware last worden. Een le
vensverzekering kan dan de kre
dietnemer de zekerheid ver
schaffen, dat bij overlijden de
hypotheek terstond kan worden
afgelost.
Het overlijdensrisico mag men
niet onderschatten. Vaak meent
men dat het risico van overlij
den niet zo groot is en mede op
grond van de medische vooruit
gang rekent men er vast op, dat
men 65 jaar of ouder zal wor
den.