I33°
de veehouderij komt daarin zeer
scherp naar voren.
In hoofdstuk II van het boek
van de heer de Regt wordt de
mogelijkheid tot vermogensver-
werving behandeld. Gezien de
vele mogelijkheden, die zich t.a.
v. het vreemde vermogen voor
doen, is de behandeling vooral
hierop toegespitst. Met name de
zekerheidsstellingen en de ver
schillende kredietgevers aan de
landbouw vinden een uitvoerige
bespreking.
Uiteraard zullen diegenen, die
dagelijks met de financiering
van de landbouw te maken heb
ben, niet zo veel nieuws in dit
hoofdstuk vinden. Voor buiten
staanders is het echter een waar
devolle oriëntering. Met name
ook het 15-tal bladzijden, dat
aan de boerenleenbanken is ge
wijd, is bondig en duidelijk ge
steld. De belangrijkste kwesties,
die in het landbouwkredietwe
zen een rol spelen, worden in
het kort besproken. Zo wordt
er terecht op gewezen, dat bij
de beoordeling van kredietaan
vragen aan de bekwaamheid van
de kredietnemer en de rentabili
teit van zijn bedrijf een grote
betekenis wordt toegekend, doch
dat de boerenleenbanken geen
blanco krediet kunnen verschaf
fen in verband met de soliditeit
die zij ten behoeve van het aan
trekken van de nodige spaargel
den moeten behouden. Bij het
bespreken van de door de kre
dietnemers te stellen zekerheden
komt dan echter naar voren dat,
indien hypotheek of borgtocht
niet in aanmerking komen, de
zekerheid soms een probleem
vormt, aangezien de eigendoms
overdracht tot zekerheid voor
de geldgevers te weinig echte
zekerheid geeft. De mogelijk
heid tot kredietgarantie door de
speciale daarvoor in het leven
geroepen instituten, hetzij semi-
officiële, zoals de Stichting
Borgstellingsfonds voor de Land
bouw, hetzij eigen organen van
de beide centrale boerenleen
banken, kan dan soms uitkomst
geven. De schrijver heeft in dit
verband ook goede nota geno
men van onze Maandelijkse Me
dedelingen, zo b.v. wanneer hij
een uitspraak van de directie van
onze Centrale Bank op de jaar
vergadering van 1956 aanhaalt
inzake het meer op de voorgrond
komen van een bedrijfseconomi
sche aanpak van krediet- en
voorschotaanvragen.
Interessant in dit hoofdstuk
vonden wij vooral het overzicht
van de gestelde zekerheden van
uitstaande boerenleenbankkre
dieten bij natuurlijke personen,
dat wij hier overnemen (zie vol
gende blz.)
Het viel ons op, dat de ten
denties, die zich in onze organi
satie aftekenen, zich op onge-