en zeldzaam ajócUeid
De aanstaande Algemene Ver
gadering van de Centrale Bank
zal in het teken staan van een
zeldzaam afscheid. Wellicht kan
worden gesteld, dat een afscheid
altijd iets zeldzaams heeft. In het
onderwerpelijke geval is het
echter dubbel zeldzaam, n.1. een
afscheid na een dienstbetoon en
belangenbehartiging, een men
senleeftijd lang.
Na 55 jaar lang de Centrale
Bank en de nauw verbonden
boerenleenbankorganisatie te
hebben gediend en geleid, zal
Mr P. W. H. Truyen afscheid
gaan nemen als lid en daarmede
als President van de Raad van
Toezicht van de Centrale Bank
en als voorzitter van de Alge
mene Vergadering. Ook de N.V.
Boeren-Hypotheekbank gaat
hem als haar voorzitter van de
Raad van Commissarissen mis
sen.
Ongetwijfeld een zeldzaam
afscheid.
Vijf en vijftig jaar geleden, in
1902, als jong advocaat van 25
jaar te Roermond gevestigd,
werd Mr Truyen lid van het Be
stuur van de toen nog jonge
Centrale Bank, die vier jaar te
voren mede onder stimulering
en leiding van zijn vader, Jan
Truyen, was opgericht.
Toen, in 1902, een jonge in
stelling, die, zoals het gehele
boerenleenbankwezen, nog zijn
plaats in het financieel econo
misch en sociaal bestel van ons
land moest vinden. Nu met de
aangesloten boerenleenbanken
een gevestigd organisme zonder
welk men het financieel dienst
betoon ten plattelande in het
spaar-, crediet- en lopende re
kening-verkeer niet kan denken
en dat de aanvullende financie
ring van land- en tuinbouw en
van het Iandbouw-coöperatiewe-
zen tesamen met de zuster-orga-
nisatie van Utrecht geheel voor
haar rekening neemt.
Toen, in 1902, bedroeg het
aantal aangesloten boerenleen
banken 80 en beliep het bedrag
der toevertrouwde middelen
1,7 millioen. Thans in 1957,
594 aangesloten boerenleenban
ken en ongeveer 1 milliard
aan toevertrouwde gelden.
Daartussen de geschiedenis
van een mensenleeftijd en tege
lijk ook een der meest boeiende
perioden van onze geschiedenis.
In die tijd voltrokken zich de
vijf en vijftig jaren van toewij
ding en dienstbetoon van Mr
Truyen aan onze Centrale Bank,
toewijding en dienstbetoon, die
laatstelijk in 1952 bij zijn gou-
