Bmm&eiémilL -jutaÊüjJl
De jaarlijkse credietvermindering
op verstrekte credieten
Ten behoeve van de financie
ring van de bedrijven der leden
onzer boerenleenbanken wordt
hoe langer hoe meer gebruik ge
maakt van credieten in lopende-
rekening. Een dergelijke ontwik
keling is gunstig te noemen. In
dien het verschil tussen de
grootste en kleinste behoefte
aan financieringsmiddelen (dus
de fluctuatie) in de loop van een
jaar groter is dan de totale be
hoefte aan financieringsmidde
len van de zijde der boerenleen
bank, is het doelmatig deze mid
delen door credietverlening te
verschaffen. Dan immers kan en
mag verwacht worden, dat dit
crediet zal omlopen, d.w.z. dat
er minstens éénmaal per jaar een
creditstand op de betreffende
rekening zal voorkomen.
Wanneer evenwel in een be
drijf de totale behoefte aan be
drijfskapitaal, te verkrijgen van
de bank, groter is dan de jaar
lijkse fluctuatie in de behoefte
aan bedrijfskapitaal, dan zal het
voor niet-fluctuerende gedeelte
een vaste lening moeten worden
opgenomen.
Gelukkig wordt gedurende de
laatste jaren door de beheerders
en kassiers der boerenleenban
ken beter begrepen, dat deze
wijze van financiering de juiste
is, doch dat dan ook van de re
keninghouders verwacht dient
te worden, dat zij hun bedrijfs-
ontvangsten en -uitgaven over
deze rekening zullen laten lopen.
Eerst daardoor zal de credietne-
mer ten volle profiteren van de
vele voordelen van het lopende-
rekening-verkeer.
Bekend mag worden veron
dersteld, dat bij de verstrekking
van een voorschot een aflos
singsregeling overeengekomen
wordt, welke meestal hierop
neerkomt, dat jaarlijks een be
paald percentage van de hoofd
som zal worden terugbetaald.
Over de regeling van de jaar
lijkse vermindering van het cre-
dietbedrag bestaan nog misver
standen. Het zal dienstig zijn
hierop eens in te gaan.
Gebruikelijk is, dat bij het
aangaan van een credietverle-