1200 stand met 628 millioen (zon der bijgeschreven rente). De debetsaldi van bedrijfsdebiteuren der Centrale Bank stegen van 85 tot 112 millioen. Anders dan het geval is bij de aangesloten boerenleenbanken, die de rentevoet van eigen uit zettingen steeds kunnen aanpas sen aan de zich wijzigende rente stand, is zulks voor de Centrale Bank gezien de aard van het merendeel harer beleggingen slechts mogelijk door verkoop daarvan. Teneinde haar finan ciële positie zoveel mogelijk te versterken, mede in verhand met een noodzakelijk gebleken overgang naar een hogere spaar- rente deze werd met ingang van het lopende boekjaar ver hoogd tot 3% werd door de Centrale Bank tot een bedrag ad 25 millioen aan laagrentende beleggingen afgestoten en in ho ger rentende uitzettingen omge zet. Hierbij werd een verlies ge nomen tot een bedrag van 1,3 millioen, dat geheel ten laste van de verlies- en winstrekening werd afgeschreven. Dit in aan merking nemende waren de be drijfsresultaten niet onbevredi gend. Na reservering van 780.000 voor belastingen, 250.000, voor bedrijfsrisico's en algehele afschrijving van voorzieningen terzake van gebouwen en be drijfsinrichting, die op rond 400.000,kunnen worden gesteld, resteert een netto-winst van 293.712,(482.301. Voorstel tot Winstverdeling: Het beschikbare winstsaldo bedraagt 293.712,t Uit te keren een dividend van 6% conform artikel 49 lid 25°*472'" Van het resterende bedrag ad 243.240,* komt conform artikel 49 lid 3 aan de Gemeenschap pelijke Reserve 10% 24.324,07 aan het Reservefonds 218.916,61 243.240,1 Na bijboeking bij de verschillende reserves is de reserve-positie van de Centrale Bank als volgt:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 4