1240 of de waardering niet uitblijven, doch dit kan niet bereikt worden door er tot in den treure over te blijven schrijven. Onze Bredase collega is er ook nog niet vanaf, zoals hij bemer ken zal. Maar of het voorstel van collega Poelen tot een daad werkelijke toepassing komt, wa gen wij te betwijfelen. Dan zou den waarschijnlijk beiden om assistentie vragen of de zaak ging in de soep. Wat de rentetarieven betreft, het zal onze collega's wel duide lijk geworden zijn, dat dit een stukje beleid van de Centrale Bank is, waarvan de doorsnee kassier niet direct de konse- kwenties kon overzien, zeker niet op het ogenblik dat het be sluit genomen werd. Ik neem aan, dat de meeste kassiers, toen ze begonnen te rekenen, ietwat zorgelijk hebben gekeken en zich hebben afgevraagd, hoe dit nog terecht zou kunnen komen. Men kan echter aanvoelen, dat bij de Centrale Bank voordien ook gerekend is en met meer exacte gegevens en ik geloof dan ook, dat nu, na enkele maanden, gebleken is, dat de vrees voor een nadelige exploitatie groten deels ongegrond was, zij het dan ook, dat er nadien enkele tege moetkomingen bekend werden, die niet verwacht werden. De inhoud van de inspectie rapporten heeft altijd een inte ressante stof gevormd om over te praten. Dat er in de loop van jaren een en ander veranderd is, daarvan weet de heer Poelen mee te praten, want hij heeft er heel wat jaren opzitten en met ere. Dan voel ik mij met een goede 25 toch nog een broekje. Ik heb echter eens in de oude rapporten gekeken en het eerst viel mij in de hand een rapport van 1924, waarin alle punten met cijfers zijn aangeduid. Ou dere rapporten kon ik zo gauw niet vinden, dus er blijft een mogelijkheid, dat de heer Poe len gelijk heeft en er voor die tijd met het alfabet gewerkt is. Als interessante bijzonderheid in het rapport van 1924 wil ik graag even vermelden, dat de inspectie de spaargeldrente van 4,08% te hoog vond, evenals de creditrente in lopende rekening van 4%. Hoe bestaat het! Dat de rapporten in vele jaren tijds ontzaglijk aan volume ge wonnen hebben, och, het is toch wel begrijpelijk. Hoe hebben de banken zich niet ontwikkeld in die tijd! Daar kan collega Poe len ook over meepraten, want bij zijn bank stond de tijd ook niet stil. Het vergrote debiet, meerdere overheidsbemoeiing, giraal verkeer en allerlei andere factoren schiepen de noodzaak van een betere en intensere con trole. Die noodzaak kan geen enkele kassier ontkennen. Als er in het inspectierapport punten voorkomen, zoals door

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 44