1225
6. Schuldigerkenning hij testa
ment.
Ook wanneer in een testament
een schuldigerkenning staat op
genomen vertrouwt de wet de
zaak niet. Het schuldig erkende
wordt geacht krachtens erfrecht
te zijn verkregen. Ook deze han
deling beschouwt de wet als een
poging tot ontduiking. Men mag
echter aantonen, dat de schuld
reeds tijdens het leven van de
erflater bestond en in rechte
vorderbaar was. Slaagt men
daarin, dan wordt geen succes
sierecht geheven.
7. Omzetting door erflater van
eigendomsrechten in genots
rechten.
Wanneer een overledene ver
mogensbestanddelen heeft ver
vreemd en in verband daarmede
tot zijn overlijden een recht van
vruchtgebruik, vruchtgenot, ge
bruik of bewoning, vruchten en
inkomsten, jaarlijkse opbrengst
of een periodieke uitkering het
zij in geld, hetzij van enige an
dere prestatie heeft gehad,
wordt het uit het vermogen van
de overledene verdwenen be
standdeel door de verkrijger ge
acht te zijn verkregen krach
tens erfrecht. Ontduiking van
successierecht mag men een der
gelijke vervreemding niet noe
men. Het is een alleszins geoor
loofde poging tot het ontgaan
van successierecht, doch ook dit
wil de wet voorkomen.
Voor de regeling van het
recht van successie mag echter
van de waarde van evenbedoeld
vermogensbestanddeel worden
afgetrokken wat bij de ver
vreemding door de overledene
werd bedongen, vermeerderd
met een zekere interest tot het
overlijden. Voor het recht van
vruchtgebruik, vruchtgenot, ge
bruik of bewoning, vruchten en
inkomsten of jaarlijkse op
brengst is echter geen aftrek
toegelaten. Wel is aftrek geoor
loofd van de door de overledene
genoten periodieke uitkeringen.
De hierbedoelde vervreemdin
gen worden echter niet als ver
krijgingen krachtens erfrecht
aangemerkt:
a. indien de verkrijger niet is
de echtgenoot van de erfla
ter noch behoort tot diens
bloed- of aanverwanten tot
en met de vierde graad of
hun echtgenoten;
b. indien het genot voor de
erflater meer dan 180 dagen
vóór zijn overlijden is geëin-
digd;
c. indien de verkrijger vóór de
erflater is overleden.
8. Verblijvings-, Overnemings-
en T oescheidingsbedingen.
Indien een overledene zaken
met anderen in mede-eigendom
bezat en bij overeenkomst is
vastgelegd, dat bij zijn overlij
den zijn aandeel zal verblijven
of zal worden toegescheiden aan