1223
leend. De erfgenamen krijgen
dus niets uit de nalatenschap,
terwijl zij toch door het over
lijden van de houder worden
bevoordeeld.
De vergoeding of de nieuwe
vergunning of concessie wordt
daarom geacht krachtens erf
recht te zijn verkregen en met
successierecht belast.
2. Afstand van Gemeenschap.
Wanneer echtgenoten in ge
meenschap van goederen zijn
gehuwd en een van hen komt te
overlijden, dan verdeelt de ge
meenschap zich in twee helften;
de ene helft komt aan de over
blijvende echtgenoot krachtens
huwelijksgoederenrecht, de an
dere helft is de nalatenschap van
de overleden echtgenoot. Doen
de erfgenamen van de overleden
echtgenoot afstand van de ge
meenschap, dan is er geen spra
ke meer van een nalatenschap,
omdat die afstanddoening terug
werkt tot op de dag van het
overlijden. De gehele gemeen
schap komt dan krachtens hu
welijksgoederenrecht aan de
overgebleven echtgenoot. Deze
verkrijgt dus de halve gemeen
schap niet krachtens erfrecht.
Successierecht zou niet kunnen
worden geheven ware het niet,
dat de wet bepaalde, dat wan
neer de man door een afstand
doening door de erfgenamen
van de vrouw de gehele ge
meenschap verkrijgt, hij geacht
wordt de helft van de gemeen
schap krachtens erfrecht te heb
ben verkregen. Wanneer de erf
genamen van de man afstand
doen, dan behoeft de vrouw
echter over de aan haar daar
door toevallende helft van de
gemeenschap geen successie
recht te betalen. Dit is nogal
vreemd, doch wel verklaarbaar.
Voordat de Wet tot opheffing
van de handelingsonbekwaam
heid van de gehuwde vrouw in
werking trad (i januari 1957)
konden alleen de erfgenamen
van de vrouw afstand doen van
de gemeenschap. Sedert 1 ja
nuari 1957 kunnen dit echter
ook de erfgenamen van de man.
Bij het opstellen van de nieuwe
Successiewet in 1956 kon men
uiteraard slechts rekeninghou-
den met de toen nog bestaande
toestand. Vermoedelijk is men
echter vergeten bij de Wet tot
opheffing van de handelingson
bekwaamheid van de gehuwde
vrouw de Successiewet 1956 aan
de inmiddels veranderde toe
stand aan te passen.
3. V erblijvingsbeding tussen
echtgenoten.
Wanneer in gemeenschap van
goederen gehuwde echtgenoten
bij huwelijkse voorwaarden heb
ben afgesproken, dat bij overlij
den van een van hen de langst
levende echtgenoot meer dan de
helft van de gemeenschap ver
krijgt, dan verkrijgt deze dit