-m Kafiitmlmai'it Begin februari was de aande lenmarkt bepaald zwak gestemd en in hoofdzaak was dat te wij ten aan de angst voor een con junctuuromslag, waarvan toen op de New Yorkse beurs sprake was. Tegelijk met het afnemen van spanningen op internatio naal politiek terrein is echter ook die vrees voor een komende crisis getemperd. Op de Am sterdamse effectenbeurs werd daardoor in de tweede helft van februari de handel iets levendi ger: de omzetten bleven echter gering en koersverbeteringen van betekenis zag men alleen bij Koninklijke Olie en Unilever. Voor de Koninklijke moest de oorzaak van de koersstijging worden gezocht in de gunstige berichten (vooral van Ameri kaanse zijde) over de goede gang van zaken bij de olie-industrie in het algemeen. Voor Unilever hield de vriendelijke stemming verband met het verschijnen van het jaarverslag, dat een groei van dit concern en stijging van de omzetten toonde en te vens een verhoging van het divi dend aankondigde tot 15^%. De obligatiemarkt was in her stel en vertoonde over de hele lijn een stijging van de koersen. Onmiddellijk leidde dit ook tot enige opleving op de emissie- markt, waar een 2^2% premie lening van de gemeente Rotter dam groot 20 millioen en een 5% converteerbare obligatiele ning van Brouwerij d'Oranje- boom groot 4,4 millioen de aandacht trokken. De betere stemming op de obligatiemarkt was met name merkbaar bij de lening 3 Nederland 1947, de zogenaamde staffellening waarvan de cou ponrente (voorheen 3%) sedert 15 februari j.1. 3bedraagt. De koersontwikkeling voor deze lening was de laatste weken der mate gunstig, dat, indien men al enig obligatiebezit zou willen afstoten, het in deze lening zou moeten zijn (looptijd nog 30 jaar, zonder tussentijdse uitlo tingen). De oorzaak van deze koersverbetering ligt slechts ten dele bij de algemene tendens tot rendementsverlaging, die in fe bruari merkbaar was. Meer moet de oorzaak van de betrekkelijk gunstige koers voor deze lening gezocht worden bij de omstan digheid, dat het Rijk volgens de leningsvoorwaarden verplicht is tot inkoop ter beurze wanneer de beurskoers beneden 97% ligt; op grond hiervan wordt thans door de Agent van Financiën

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 23