1nze «-Qigen» t.lnótellingei\ iii Het kan, dunkt ons, nuttig zijn, aan de voorafgaande be schouwing over de zaken van Boeren- en Tuinders-Levensver zekering Mij. nog even een kort praatje vast te knopen over de verzekeringsinstellingen van de vier gewestelijke katholieke boe ren- en tuindersorganisaties, na melijk die van de A.B.T.B. te Arnhem, de L.T.B. te Leiden, de L.L.T.B. te Roermond en de N.C.B. te Tilburg. Want het mag dan al waar zijn, dat veel kassiers met het bestaan en de werkmethoden van deze instel lingen min of meer vertrouwd zijn geraakt, anderen zijn dit weer niet en wij achten het toch van groot belang, dat juist de kassier in zijn specifieke vertrou wensfunctie en zijn dagelijkse omgang met de leden van deze standsorganisaties, dat juist deze kassier van die verzekeringsin stellingen iets meer weet, dan de eerste de beste man in de straat. Het is wel veelzeggend, dat het over 't algemeen de verzeke ringsinstellingen en dan meer in het bijzonder de onderlinge brandverzekeringen waren, die destijds door de organisaties als een der eerste hunner economi sche instellingen in het leven werden geroepen. Hieruit valt immers af te leiden, dat aan het tot stand komen van deze instel lingen destijds blijkbaar een schreeuwende behoefte bestond. Hoe kwam dat? Waren er zo rond de eeuwwisseling dan geen verzekeringsmaatschappijen? Toch wel, zeker waren die er, maar heel veel boeren en vooral de kleineren onder hen konden daar met hun brandverzekering nauwelijks of in het geheel niet terecht. Men gaf nu eenmaal niet zo veel om boerderijen. Daar was te veel oude en brand gevaarlijke rommel onder! De eigenaar van zo'n boeltje moest maar zien, waar hij er mee bleef, maar in elk geval „niet bij ons", aldus de gedachtegang van de toenmalige brandverzekeraar. En och, gezien vanuit het puur commerciële standpunt, was dit ook niet zo'n vreemde redene ring, daarover kan men het nog wel eens zijn. De tijden waren toen ook in dit opzicht anders dan nu. Maar de boeren, die het aanging, zaten er toch maar mee! Geen brandverzekering. Dus als men het ongeluk had om af te branden, dan zat men meteen en

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 16