uyz ruim 6°/o van zijn totaal budget of 5 milliard dollar aan de boeren. Maar laten wij bij West-Europa blijven. In practisch alle landen van ons continent, die meer of minder het beginsel van de wel vaartsstaat huldigen, wordt het landbouwinkomen op peil gehou den of verbeterd door overheidsmaatregelen. Landen als Noorwegen, Zweden en Engeland volgen een prijspo litiek, waarbij de prijzen zodanig worden bepaald, dat een vooraf geschat algemeen inkomen wordt gehaald. In Engeland is 5% van de actieve bevolking in de landbouw werkzaam, wier gezamenlijk inkomen ook 5% van het nationaal inkomen uitmaakt. In andere landen, zoals in België, tot op zekere hoogte in Frank rijk en ook in Nederland wordt de kostprijs van bepaalde produc ten van de landbouw als basis genomen van het prijsbeleid. Voor Nederland is het effect daarvan, dat in 1955 rond 14% van de totale bevolking werkzaam in de landbouw tesamen 11% van het totaal inkomen verwierf. De periode van na de oorlog heeft een geleidelijke evolutie in alle Europese landen van de landbouwprijzenpolitiek te zien gege ven. Aanvankelijk was na de oorlog het streven gericht op het neer slaan van de inflatie en het opvoeren van de productie. Later, toen de voorzieningsomstandigheden beter werden, ging het erom de voedselvoorziening meer onafhankelijk te maken van het buiten land, vooral van invoer uit het dollargebied. Met de handhaving van dit doel van de landbouwprijzenpolitiek ontstond overal ook meer en meer de noodzaak om deze af te stemmen op de verbetering of het op peil houden van het landbouwinkomen. In de meeste West- Europese landen is dit zelfs hoofdzaak geworden. Zowel sociolo gische als zuiver economische overwegingen spelen een rol. Alge meen is de overtuiging van de hoge morele betekenis voor de gemeenschap in haar geheel van het stabiele en regenererende ele ment, dat het agrarische volksdeel in de samenleving vertegen woordigt. Waar anders vandaan dan uit de landbouw kwamen in ons land de aanvullende arbeidskrachten toen de industriële expan sie de behoefte daarnaar in het leven riep. Spreken sociologische overwegingen het sterkst in landen als Duitsland, Engeland en Zwitserland, in landen als Denemarken en Nederland speelt daarnaast de grote betekenis van de landbouw-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 8