1191 SAMENVATTING. I. De door het Landbouwschap gevraagde herziening van de kostprijsberekeningen heeft alleen betrekking op de z.g. basispro ducten, waarvoor een effectief prijsbeleid van overheidswege wordt gevoerd. Daarbij wordt uitgegaan van de boekhoudgegevens van bedrijven, die aan bepaalde normen voldoen wat betreft bedrijfs- grootte, een doelmatige verkaveling en een efficiente bedrijfsvoe ring. Met de kostprijzen van individuele bedrijven, van bedrijven beneden 7 H.A. en met overtollige arbeidskrachten wordt daarbij geen rekening gehouden. II. Een dergelijk garantie-prijsbeleid staat niet in de weg aan een noodzakelijke productiviteitsverhoging. Sinds 1950 is het pro ductievolume van de landbouw gestegen met ongeveer 25% en het aantal werkers in de landbouw gedaald met ongeveer 15%. Daar tegenover zijn de gemiddelde gezinsinkomsten per H.A. in die pe riode voor practisch alle bedrijfstypen aanzienlijk gedaald en slechts voor het gemengde bedrijf enigszins gestegen. Zulks evenwel in veel geringere mate dan het nationale inkomen en de loonsom per hoofd van de bevolking, die beiden in diezelfde periode stegen met ongeveer 28%. Door de ongelukkige structuur van de agrarische afzetmarkten zijn de baten van de productiviteitsverbetering de agrariërs geheel ontgaan. III. Gezien de bedroevende bedrijfsresultaten kan de landbouw niet langer erin berusten, dat de tekortkomingen in de uitgangspun ten, die aan de kostprijsberekeningen ten grondslag liggen, worden gehandhaafd. Deze tekortkomingen betreffen de waardering van de bedrijfsleiders-functie, van de handenarbeid van de boer en van zijn medewerkende gezinsleden alsmede het onvoldoende rekening houden met de eigenaarslasten betreffende grond en gebouwen. Wat de landarbeidersionen betreft, dient een oude en een nieuwe achterstand te worden ingehaald. Mede in verband met consequenties ten aanzien van het pacht- beleid zou t.a.v. de eigenaarslasten een getemporiseerde doorbere kening in overweging kunnen worden genomen, mits het beginsel van de noodzakelijke doorberekening van de eigenaarslasten tevoren in een parlementaire procedure behoorlijk zou zijn vastgelegd. Tot de eigenaarslasten, die voor doorberekening in aanmerking komen, behoort ook de rente over het grondkapitaal. Onvoldoende doorbe-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 27