ii87
gedwongen sparen. Maar daarover kan binnen het kader van deze
inleiding, die toch immers gaat over landbouwzaken, niet verder
worden uitgewijd.
Rest tenslotte de vraag, of het Nederlandse volk bereid zal zijn
de nodige offers in de vorm van belastingverhoging of van ge
dwongen sparen voor de financiering der voor de gewenste maat
schappelijke uitrusting nodige investeringen te brengen. Deze vraag
kan, naar ik meen, stellig bevestigend worden beantwoord, indien
in aanmerking wordt genomen, dat van de nationale investeringen
de tot 75.000 woningen opgevoerde woningbouw, waarmede naar
schatting een bedrag van 1,5 milliard is gemoeid, het hoofdbe
standdeel vormt. Was het immers niet zo, dat, door de woningbouw
tot volksvijand no. één te verklaren, alle politieke partijen op één
na de verkiezingen hebben gewonnen!
Ik kom derhalve tot de conclusie, dat het niet opgaat de meer
dere landbouwuitgaven tot een afzonderlijk eventueel niet op te
lossen budgetair probleem te formeren. Er is het angstwekkend
hoge peil van de Rijks-uitgaven in het algemeen, dat door beste
dingsbeperking bijna zou ik van bezuiniging hebben gesproken
naar beneden moet worden gebracht. Daarnaast is er het pro
bleem van de financiering der kapitaalsuitgaven van het Rijk, dat
evenwel samenvalt met het financieringsprobleem, dat zich stelt
ten aanzien van de investeringen in het algemeen. Dit kan worden
opgelost door activering van vrijwillige besparingen en door een
zo gunstig mogelijk klimaat te scheppen voor het plaatsen van
Staats- of woningbouwobligaties, met het oog waarop verschil
lende rentegamma-voorwaarden voor de verschillende categoriëen
beleggers uit de boze is. En zo nodig kan dat financieringsprobleem
ook worden opgelost door een systeem van gedwongen sparen
al dan niet in de vorm van belastingverhoging, alnaargelang men
de titel van het daarmede te vormen vermogensbezit wil brengen
ten gunste van de Staat of van zijn burgers als bijdrage van het
gehele Nederlandse volk tot de oplossing van de woningnood, die
nog altijd volksvijand nummer één is.
En nu nog een slotwoord.
Slotbeschouwing.
Nu het tijdstip nadert, waarop de Regering en de Staten Generaal
gezamenlijk het laatste woord gaan spreken inzake het landbouw-