1183 effect ontstaan, als wanneer een vliegtuig hoog in de lucht de ge luidsbarrière doorbreekt. Neen: geen knaleffecten. De werknemers organisaties hebben het antwoord op die vraag in alle nuchterheid gegeven. Voor dat geval wordt het recht voorbehouden een loons verhoging aan de orde te stellen. Mocht het zover komen, dan kan men erop aan, dat zulks zal geschieden met volledig verantwoorde lijkheidsbesef niet alleen voor een rechtvaardige inkomensverdeling maar evenzeer met het oog op de exportpositie van het Nederlandse bedrijfsleven, die, vergeten we dat niet, met het loon- en prijsstabi- lisatiebeleid, tenminste evenzeer in het geding is als de inkomens verdeling. In dat licht zal bij een stijging van de kosten van levens onderhoud boven het voor 1957 aangenomen maximum opnieuw verantwoordelijkheid moeten worden bepaald ten opzichte van de situatie, die alsdan ontstaat. Daarbij zal moeten worden gedacht aan de „vergeten groepen" en wel uit een oogpunt van inkomens verdeling, indien een inflatoire loon- en prijsspiraal in beweging zou komen. Voorts zal verantwoordelijkheid moeten worden be paald ten opzichte van de potentionele werklozen, die het slacht offer zouden worden, indien onze exportpositie door een te hoog oplopend kostenpeil zou worden ondergraven. De ramingen in het Landbouw-Egalisatie-Fonds. Met of zonder loon- en prijsstabilisatie zal een deel van de land- bouwrekening aan de consument worden gepresenteerd. Een ander deel zal via het L.E.F. ten laste van de algemene middelen moeten worden opgebracht. In dit fonds was in de oorspronkelijk voor 1957 ingediende begroting 90 millioen geraamd voor realisering van de oude garantieprijzen, in hoofdzaak betrekking hebbende op melk en rogge. Men had kunnen rekenen op een autonome stijging van de kostprijzen, d.w.z. uitgaande van de oude uitgangspunten en van de geldende landarbeidersionen, met 100 millioen. Volgens de gebruikelijke verdeling zou men daarvan ƒ35 mil lioen aan de consumenten hebben kunnen doorberekenen. Alsdan had 65 millioen ten laste van het Landbouw-Egalisatie-Fonds moeten worden gebracht. Ten onrechte naar mijn mening is dat niet gebeurd. Daarbovenop komt nu de eventuele inwilliging van de verlangens van het Landbouwschap. De rekening daarvan be loopt 350 millioen. Het deel van deze kostprijsstijging, dat op de verbruikers zou kunnen worden afgewenteld, wordt door het Landbouwschap zelf geraamd op 120 millioen. Dat maakt voor het Landbouw-Egalisatie-Fonds 230 millioen wegens de herzie-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 19