i i8o gebracht, groot in totaal tot nu toe 24,6 millioen, die in feite aan aandeelhouders en tantièmisten zijn ten goede gekomen. Dergelijke uitgaven van de Staat uit hoofde van gestelde garanties verhogen de algemene uitgaven en voor het totaal bedrag daarvan stelt zich de vraag, of zij uit belastingen dan wel gedeeltelijk uit leningen moeten worden gedekt. Dit is een kwestie van Regeringspolitiek, waarin uiteraard het Parlement zijn „say" heeft, evenals ten aan zien van de vraag of de belastingen uit directe of indirecte heffin gen moeten worden opgebracht. Indien het Landbouwschap derhalve met zijn verlangens komt behoeft het niet zelf aan te geven hoe de middelen tot gedeeltelijke dekking daarvan moeten worden opgebracht, indien de te stellen garanties leiden tot uitgaven voor 's Rijks schatkist. Het is de Re gering, die zulks in eerste instantie moet beslissen, indien zij termen aanwezig acht aan de verlangens van de landbouw inzake verder gaande garanties tegemoet te komen. Voorzoveel betreft de onder het landbouwprijzenbeleid vallende producten gaat het derhalve bij tegemoetkoming aan de verlangens van het Landbouwschap gedeeltelijk om een prijsverhoging voor de consumenten en gedeeltelijk om een verhoging van de algemene Rijksuitgaven. Uit beiderlei oogpunt nu zou kunnen worden gesteld, dat de gepresenteerde rekening zeer ongelegen komt. Zojuist zijn, blijkens het bekende S.E.R.-rapport inzake de be stedingen, werkgevers en werknemers het eens geworden over een prijs- en loonstabilisatie; de prijsverhoging, die uit de herwaarde ring van de kostprijzen in de landbouw zou voortvloeien, zou dit beleid in gevaar kunnen brengen, in zover daarmede niet reeds in het S.E.R.-rapport, en dit is, voorzover bekend, slechts zeer gedeel telijk het geval, rekening is gehouden. En wat betreft de eventueel krachtens de gestelde garanties op te brengen bedragen, die uit 's Rijks schatkist moeten komen, geldt, dat de Minister van Finan ciën toch al moeite heeft om in de begroting de eindjes aan elkan der te knopen en om voor het kastekort dekking te vinden. Nu moet, dunkt mij, wat betreft het ongelegen ogenblik waarop de landbouwrekening wordt gepresenteerd, allereerst worden ge steld, dat de opmerking daarover eigenlijk inhoudt: was de land-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 16