1176
landarbeidersionen zou een loonsverhoging betekenen, die door des
kundigen, met inbegrip van de verbetering der secundaire arbeids
voorwaarden, op bijkans io°/o wordt berekend. Deze loonsverho
ging zal ook de beloning voor de handenarbeid van de bedrijfsleider
beïnvloeden en derhalve zou met een totale kostenstijging van de
productie in de landbouw met 4 a 5% moeten worden gerekend.
Deze kostenverhoging betreft het geheel van de productie van
land- en tuinbouw, derhalve het gegarandeerde en het niet gega
randeerde deel daarvan. Zowel de tuinbouw als een goed deel van
het gemengde bedrijf en met name van het kleine gemengde be
drijf, voorzover zich dat toelegt op de productie van varkens en
eieren, blijven bij deze voorstellen practisch geheel in de kou. Voor
dit „ongegarandeerd" deel van de productie blijft het in ieder geval
een grote vraag, of deze kostenstijging in de prijzen zal worden
gecompenseerd, daar het hier massa-artikelen betreft, waarvoor
afzet op de internationale markten moet worden gevonden. Aldaar
trekt men zich van herwaarderingen en van de daaruit voortvloeien
de kostenstijging uiteraard niets aan.
Het komt mij voor, dat het aspect van de doorwerking van de
voorgestelde herwaardering ook in de niet gegarandeerde sector
van de landbouw, onze bijzondere aandacht moet hebben. Zal hierin
n.1. niet een belangrijke stimulans zijn gelegen tot verdere sanering
van het bedrijf, tot verbetering van zijn structuur en ook eventueel
tot een verdere afvloeiing van arbeidskrachten uit de landbouw,
indien het hopeloos lijkt om op het gestegen kostenniveau verder te
produceren! Dit laatste zal vooral het kleine gemengde bedrijf gel
den, waarvandaan met name komen de varkens (uitvoerwaarde van
bacon en vleesproducten 300 millioen) en de eieren (uitvoer
waarde 350 millioen). Vergeet daarbij niet, dat het platteland in
het algemeen en ook het verst afgelegen dorp geen geïsoleerde ge
meenschappen meer vormen.
Een algemene optrekking van het welstandsniveau met name
van de landarbeider zal zijn terugslag hebben op het kleine boe
renbedrijf. Mochten al de ouderen nog genoegen nemen met een
lagere levensstandaard, van de kinderen is dit zeker niet te ver
wachten.
Mij dunkt, dat juist zij, die bevreesd zijn voor een verstarring van
verouderde productie-methodes en voor handhaving van onren
dabele producties met de voorstellen van het Landbouwschap mee