landbouwcredietwezen^ in 'Nederland In de hierna volgende be schouwing over het landbouw credietwezen in Nederland zul len achtereenvolgens worden besproken: 1. de juridische en organisato rische opbouw daarvan; 2. de ontwikkeling van hef landbouwcredietwezen; 3. plaats en betekenis der boe renleenbanken in het finan cieel bestel van Nederland; 4. de na-oorlogse ontwikkeling en huidige balanspositie der boerenleenbanken; 5. de rente- en credietpolitiek der boerenleenbanken in deze dagen. Bij de behandeling zullen tel kens ook zoveel mogelijk actuele vraagstukken aan de orde wor den gesteld. Juridische en organisatori sche opbouw. Het landbouwcredietwezen in ons land is geheel opgetrokken op de basis van het particuliere initiatief. De financieringsinsti tuten, die tezamen het land bouwcredietwezen vormen, zijn aan de gewone wetten onder worpen, d.w.z. de plaatselijke landbouwcredietbanken, die be ter bekend zijn onder de naam van boerenleenbanken, zijn of als coöperatieve vereniging op gericht en worden dan wettelijk beheerst door de wet op de coö peratieve verenigingen, dan wel zijn zij opgericht als koninklijk goedgekeurde verenigingen en vallen als zodanig onder de wet op de desbetreffende verenigin gen van 1855. Daarnaast vallen de plaatselijke boerenleenban ken, evenals de Centrale Banken onder de Wet Toezicht Crediet- wezen evenals zulks met han delsbanken en spaarbanken het geval is. In zijn volledig privaatrechte lijke opbouw verschilt het Ne derlandse landbouwcredietwe zen van zijn Franse zusterorga nisatie en gedeeltelijk ook van de Belgische overeenkomstige inrichting. Wel kent men ook in Deze voordracht van Mr. Ph. C. M. van Campen, Directeur van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, gehouden voor het landbouwontwik kelingscentrum voor Zuid-Holland, zal ook worden gepubliceerd in het te België verschijnend periodiek „Revue des Banques", gewijd aan bank- en credietvraagstukken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 7