Al nam de spanning op de
geldmarkt in de loop van ja
nuari enigszins af door terug
vloeiing van bankbiljetten en
door betalingen uit de schatkist,
toch bleef de situatie ongemak
kelijk. Vooral de ontwikkeling
van de deviezenreserve blijft
nog steeds zorgen baren: terwijl
deze op 5 maart 1956 op haar
maximum stond met een bedrag
van 4743 millioen, was zij
medio januari van dit jaar reeds
geslonken tot 3803 millioen.
Dat de afvloeiing van gelden
naar het buitenland nog steeds
niet tot staan is gekomen bleek
nog deze maand, toen men in
één week tijds een daling van de
deviezenreserve noteerde van
42 millioen.
Enige verruiming van de geld
markt in de naaste toekomst kan
men verwachten uit de betalin
gen door het Rijk: de uitkering
uit het gemeentefonds, betaling
van vervallend schatkistpapier
en van rente en aflossing op
staatsleningen per 1 en 15 fe
bruari (samen ongeveer J 410
millioen) stellen daarbij echter
eisen aan de schatkist, waaraan
zonder bijzondere maatregelen
moeilijk zal kunnen worden vol
daan-
De koersfluctuaties op de aan
delenmarkt waren de laatste
weken betrekkelijk gering. De
kooplust, zowel bij binnenlandse
beleggers als van buitenlandse
zijde, is minimaal; anderzijds
waren de tussentijdse berichten
uit het bedrijfsleven over het al
gemeen zeer gunstig, waardoor
de verwachting werd gewekt,
dat de dividenden over het jaar
1956 niet zullen onderdoen voor
die, welke vorig jaar werden ge
declareerd. Houders van aande
len blijken daarmede tevreden
te zijn en zo komt het niet tot
koersdalingen van sensationele
aard, ondanks het heersende ge
brek aan kooplust.
Nieuws was er in het grens
gebied tussen aandelen en obli
gaties in de vorm van twee in
teressante emissies van 5% con
verteerbare obligatieleningen.
De couponrente is daarmede i°/o
hoger, dan vorig jaar bij derge
lijke leningen werd geboden en
bovendien is thans de conversie
koers op een niveau gebracht dat
veel dichter ligt bij de huidige
aandelenkoers dan bij vorige
uitgiften het geval was. De 5%
obligaties van de Verenigde Ma
chinefabrieken N.V. kunnen
vanaf 1 januari 1959 tot en met