ïï49 vele te kleine bedrijven, de slechte verkaveling enz.) het grote knelpunt van de Neder landse landbouw. Natuurlijk kan en moet er op dit gebied nog veel verbeterd worden. Maar we staan wat sceptisch tegenover de nauwe koppeling van garantieprijzen aan structuur-herziening. Bij de berekening van kostprijzen en de vaststelling van garantieprij zen wordt met (te) kleine be drijven en een overschot van arbeidskrachten geen rekening gehouden. Het gaat er steeds meer op lijken, dat deze koppe ling door de socialisten wordt gehanteerd om door hen ge wenste maatregelen, welke van ingrijpende aard zijn, er door te drukken. Wij zijn van oordeel, dat het knelpunt van de landbouw meer dan in de structurele gebreken gelegen is in de aard en het ka rakter van de agrarische mark ten. Nog niet zoveel jaren gele den kon een groot deel van de Nederlandse landbouwbedrijven zich ondanks het overheids ingrijpen t.a.v. de prijzen in een behoorlijke rendabiliteit ver heugen. Momenteel, nu de pro- duktiviteit intussen niet onbe langrijk is opgevoerd, is de si tuatie geheel anders geworden. Hetzelfde zien we ook in De nemarken, welk land voor wat de landbouwstructuur betreft zo dikwijls als voorbeeld voor ons land wordt aangehaald. Ondanks een sterke mechanisatie en ra tionalisatie en ondanks een bij zonder grote afvloeiing van mensen uit de landbouw zijn de financiële resultaten van de Deense boeren beduidend on gunstiger geworden. De Deense landbouw is in een steeds moei lijker wordende situatie terecht gekomen, vooral ten gevolge van het alsmaar stijgende bin nenlandse kostenpeil en van de toenemende exportmoeilijkhe den. Dit voorbeeld moet ons ma nen tot het betrachten van voor zichtigheid in deze zin, dat men van een verbetering van de agra rische structuur niet mag en kan verwachten een geheel of gro tendeels verdwijnen van de moeilijkheden der ongunstige rentabiliteit, waarmee de land bouw nu te kampen heeft.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 33