"35 meest voorkomende uitzettin gen, te weten de voorschotver lening onder verband van eer ste hypotheek, is hiermede de debetrente gebracht op 4%°/o. Bij deze aanpassing van de in het boerenleenbankwezen gel dende rentetarieven aan het al gemene in Nederland sterk ge stegen rentepeil is het niet ge bleven. Daarnaast zijn nog maatregelen genomen tot be heersing van de verdere crediet- uitzetting door de boerenleen banken. Hiermede hebben de bocrenleenbankorganisaties zich gevoegd naar het door De Ne- derlandsche Bank in het alge meen belang uitgestippelde mo netaire beleid, waarin naar een zekere beperking van de crediet- verlening door banken en boe renleenbanken gestreefd wordt. Een dergelijke beperking in Ne derland is noodzakelijk gewor den door de ontwikkeling van de betalingsbalans met het bui tenland, die over het jaar 1956 een belangrijk tekort te zien geeft. Hieraan ligt ten grondslag een belangrijke overtrekking van de nationaal beschikbare middelen. De investeringen van de overheid en van het bedrijfs leven alsmede het verbruik van de particuliere huishoudingen zijn in de loop van 1956 groter geworden dan de nationaal be schikbare middelen toelieten. Thans dient de tering naar de nering te worden gezet en van de zijde van De Nederlandsche Bank is daartoe onder meer aan gedrongen op een beperking van de crediet-uitzetting door handelsbanken en boerenleen banken. Hiervoor werd reeds gewezen op de krachtige ont wikkeling van de credietuitzet- ting door boerenleenbanken in de laatste jaren. Deze is bevor derd geworden door het door de beide Centrale Banken ge voerde beleid, waarbij aan de boerenleenbanken werd toege staan om in een steeds ruimer kader credieten en voorschotten uit te zetten. Een dergelijke opendeurpolitiek op het stuk van crediet- en voorschotverle ning was in de achter ons liggen de jaren mogelijk, toen ieder jaar opnieuw de bij de boeren leenbanken binnenkomende be sparingen de eigen uitzettingen der boerenleenbanken in de vorm van credieten en voor schotten aanzienlijk overtroffen. De ontwikkeling is evenwel in de loop van 1956 in het tegen deel verkeerd; de stroom der binnenkomende besparingen is opgedroogd en in een voorheen ongekende mate wordt op het crediet en voorschot van de boe renleenbanken getrokken ook door bedrijven en instellingen, die tot voor kort bij de boeren leenbanken niet of nauwelijks bekend waren. Zou deze poli tiek van de laatste jaren op het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 19