1127 rente en hij overwegend in een gesloten huishouding leefde en slechts met de buitenwereld economisch in verkeer trad door de ruil. Als de tijd aanbreekt dat de hoer in geld gaat denken en niet alleen in hoeveelheden pro ducten, waartoe de meer kapi taal-intensief gevoerde bedrijfs- exploitatie mede aanleiding gal, begint het bedrijfskapitaal voor de boer betekenis te krijgen en daarmede de boerenleenbank. Hiermede worden de econo mische omstandigheden gebo ren, die van doorslaggevende be tekenis zijn geworden voor de creatie van het landbouwcrediet als de gepaste vorm waarin het noodzakelijk bedrijfskapitaal aan de boer kan worden ter be schikking gesteld. De ontwikke ling van de techniek doet de behoefte aan bedrijfskapitaal groeien, tegelijkertijd wordt het metalen geld, dat er zich voor leende om in de kous als on vruchtbaar kapitaal te worden bewaard, vervangen door het bankpapier, dat gemakkelijk als spaargeld naar de boerenleen bank wordt gebracht. De oorlogsperiode van 1914 tot 1918 en de daarop volgende jaren geven een nieuwe stimu lans aan de ontwikkeling van het landbouwcredietwezen. In die oorlogsjaren zijn de platte landers de boerenleenbanken meer en meer gaan gebruiken als spaar- of depositobank waar bij de overtollige gelden konden worden belegd. In de na-oor- logse periode werd het geld echter geleidelijk bestemd voor de verschaffing van bedrijfska pitaal, waarmede de betekenis van de boerenleenbank als cre- dietbank meer en meer op de voorgrond trad. De dertiger ja ren, die ook wel als de crisis jaren worden aangeduid, hebben vervolgens ten plattelande ook de betekenis doen inzien van de boerenleenbank als giro-kantoor voor de regeling van de onder linge betalingen en de betalin gen naar buiten langs de weg van de overschrijving op lopen de rekening bij de boerenleen bank. In steeds sterkere mate wer den de boeren tot coöperatie ge dwongen, waarvoor het nodig was om alle sluimerende kapita len actief te maken ter ontwik keling niet alleen van de boeren bedrijven zelf, maar ook van de aankoop, verwerkings- en afzet- coöperaties. Hierdoor groeiden land- en tuinbouw tot een zelf standig organisme gevoed door een eigen geldcirculatie. Het girale geld deed zijn intrede, waarmede de boeren en hun in stellingen in de dertiger jaren op bescheiden schaal maar na de tweede wereldoorlog onder vi-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1957 | | pagina 11