Tk KaSSicr-redacteur s|pff§ VAN KASSIER TOT KASSIER Over het wonen van de kas siersfamilie hebben wij tot nu toe nooit gesproken. En toch is het nuttig ook hierover eens de gedachten te doen gaan. Een onzer heeft de primeur, dit on derwerp aan U te kunnen voor leggen. Kassier Brands van Schaijk schrijft: Vele boerenleenbanken zijn reeds in het gelukkig bezit van een eigen kantoorgebouw, vele, waaronder ook Schaijk, zullen binnen afzienbare tijd volgen. Deze bankgebouwen bieden over het algemeen tevens woon ruimte voor de kassier. De be trokken kassier zal derhalve voor de keuze komen te staan, om ofwel met zijn gezin de kan toorinventaris te vergezellen naar het nieuwe pand of te blij ven wonen in eigen huis. In dit laatste geval zal hij op weg van huis naar kantoor een „zeer ge ziene" figuur worden. De beslissing welke de kassier in deze neemt, zal zeer zeker be- invloed worden door omstandig heden van gezin, van leeftijd of afstand. „My home is my castte" Het wonen in hetzelfde pand, waarin het kantoor gevestigd is, verdient ongetwijfeld de voor keur. Waarschijnlijk zijn er toch ook een aantal kassiers, die ge scheiden wonen van bureau en brandkast. Zijn hieraan werke lijk nadelen verbonden voor de boerenleenbank of voor de kas sier persoonlijk? Met vele collega's, die in de toekomst met dit probleem te maken krijgen, zou ondergete kende deze laatste zeer erkente lijk zijn, wanneer zij in deze ru briek over hun ervaringen wil den vertellen en ons een, op on dervinding gebaseerd, advies zouden willen geven. Vanzelf sprekend horen wij ook graag de mening van onze redacteur. Boven onze inleiding plaats ten wij een bekend gezegde, waaruit wij in dichterlijke taal kunnen lezen, dat ons huis ons kasteel is. Gaarna zouden wij hierop even willen preludiëren, want deze weinige woorden ope nen een weids perspectief. Ons huis is toch eigenlijk de plaats,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 41