Een financierende instelling zal
bij een credietaanvrage niet al
leen het doel hiervan, doch de
gehele positie van de vereniging
bekijken. Zij zal zich niet beper
ken tot het maken van een ver-
menigvuldigsommetje van zo
veel x zoveel aansprakelijkheid
per lid en aan de hand daarvan
het maximaal te verstrekken
crediet te bepalen. Bezien zal
worden hoe de vereniging werkt
en of de bedrijfsresultaten in
vergelijking met andere soortge
lijke bedrijven gunstig of ongun
stig zijn.
De aansprakelijkheidsregeling
en het systeem van eigen vermo
gensvorming zijn evenzovele
punten van bestudering. Ook de
wijze waarop het beheer ge
voerd wordt dient in de be
schouwingen te worden betrok
ken.
Op grond van conclusies, ge
trokken uit de bestudering van
bovengenoemde feiten, zal de
financier het als maximum te
verstrekken bedrag bepalen, als
mede de aflossingsvoorwaarden
en de te verstrekken zekerheid
vaststellen.
In vele gevallen zal naast de
statutaire zekerheid, in casu de
aansprakelijkheid der leden, nog
een zekerheidsstelling in de
vorm van een hypotheek en/of
borgstelling resp. achterborg
stelling der beheerders verlangd
worden. Deze laatste vormen
komen in het bijzonder in aan
merking bij een beperkte aan
sprakelijkheidsregeling.
Deze borgstelling heeft naast
haar reële waarde ook een psy
chologische betekenis. De be
heerders wetende, dat zij door
hun borgstelling of achterborg
stelling persoonlijk financieel
aansprakelijk kunnen worden
gesteld, zullen hierin, indien dit
al niet door andere oorzaken op
voldoende wijze geschiedt, een
prikkel vinden om hun beheer
met een grote nauwgezetheid
te voeren.
Wanneer de credietvragende
coöperatie is aangesloten bij een
top-coöperatie kan nog in aan
merking komen dat deze top-
coöperatie een garantie geeft
voor de nakoming der verplich
tingen door de te financieren
coöperatie, dan wel een toezeg
ging inzake een periodieke con
trole en een berichtgeving daar
omtrent aan de financierende in
stelling. Hierbij kan een zodanig
vergaande samenwerking tussen
top-coöperatie en financierende
instelling worden overeengeko
men, dat onder omstandigheden
van een aanvullende borgstelling
of z.g. achterborgstelling van
bestuursleden van de gefinan
cierde coöperatie kan worden
afgezien.
Aan het slot van dit betoog is
1104