vormen, welke ligt tussen de
formele aansprakelijkheidsrege
ling en een mogelijke executie
hiervan.
Wanneer een coöperatieve
vereniging al niet direkt bij de
aanvang harer activiteiten over
eigen vermogen beschikt, is het
noodzakelijk die maatregelen te
treffen, welke zo spoedig moge
lijk tot een zo groot mogelijke
zelf-financiering voeren.
Daaronder kan met name ge
noemd worden:
1. Het verrichten van afschrij
vingen tot een zo hoog mo
gelijk bedrag, waardoor de
nieuw aangekochte of ge
stichte roerende en onroeren
de goederen tegen een vei
lige waarde op de balans pa-
raisseren.
2. De vorming van vrije reser
ves, ondanks het feit dat de
fiscus dan zijn lol eist.
3. De vorming van ledenkapi
taal, hetzij op lange termijn,
hetzij in de vorm van „re-
volving-capital", d.w.z. op
termijn omlopend kapitaal,
dat jaarlijks wordt aangevuld
met bedragen, die na verloop
van een aantal jaren worden
afgelost.
Eerst wanneer de overtuiging
bestaat, dat doelbewust ge
streefd wordt naar verwezenlij
king van bovengenoemde doel
einden en de coöperatie overi
gens gezond is, zal het voor een
financier verantwoord zijn om
de middelen te verstrekken, wel
ke voor de bedrijfsvoering ver
eist zijn.
Het kan zijn nut hebben even
in te gaan op de vorming van
ledenkapitaal, hetwelk periodiek
wordt uitgekeerd, het z.g. „re-
volving-capital".
Nadat de doelstellingen onder
1 en 2 verwezenlijkt zijn, dus de
roerende en onroerende goede
ren tot liquidatiewaarde zijn af
geschreven en er een redelijke
vrije reserve is gevormd, kan het
bezwaren opleveren nog verder
met de reservevorming door te
gaan.
Onder meer zou dit tot ge
volg kunnen hebben, dat leden
worden geweerd of hun toetre
den bemoeilijkt, daar de oude
leden het door hun gevormde
potje voor zich willen behou
den.
Om deze nadelen te voorko
men en toch met zoveel moge
lijk eigen kracht in financie
ringsmiddelen te voorzien, kan
het in Amerika zo algemeen
doorgevoerde systeem van het
1102
Deze afschrijvingen zullen
ten minste gelijk moeten zijn
aan de fiscaal toelaatbare.