DE STICHTING
IN EEN NIEUW GEWAAD
INLEIDING.
De samenleving brengt de
mensen met elkaar in contact.
Dit met elkaar in contact komen
van mensen heeft onder meer
ten gevolge een willen samen
gaan ter bevordering van elkan
ders economische, sociale, gods
dienstige, culturele en weten
schappelijke belangen. Immers,
wat de mens alleen niet of niet
goed kan bereiken, kan hij wel
licht bereiken of beter bereiken
door samenwerking met ande
ren. Bij deze samenwerking zal
men, in het bijzonder wanneer
men daarbij vele personen wil
betrekken en een directe per
soonlijke aansprakelijkheid je
gens de schuldeisers van de com
binatie bezwaarlijk is, een
rechtspersoon moeten inschake
len. Hierdoor krijgt die samen
werking een eigen bestaan. Die
rechtspersoon is dan de zelf
standige drager van rechten en
plichten geworden.
Een rechtspersoon, die veel
vuldig bij activiteiten van enige
omvang wordt ingeschakeld, is
de Stichting. Dit inschakelen
van de Stichting is nogal eens
geschied om te trachten aan
dwingende voorschriften, die
gelden bij andere rechtsperso
nen, als Verenigingen en Naam
loze Vennootschappen met be
trekking tot de wijze van op
richting enz. te ontkomen. De
stichtingsvorm is dikwijls mis
bruikt. Dit vond zijn oorzaak in
het feit, dat de wet wel in en
kele artikelen de Stichting
noemde, doch haar niet regelde.
Oorspronkelijk werd als het
wezenlijke kenmerk van de
Stichting, naast de eis van een
afgezonderd vermogen en van
een bestuur, beschouwd, dat zij
een ideëel doel moest hebben te
weten: het bevorderen van de
religie, de weldadigheid, de we
tenschap of de kunst. Deze klas
sieke opvatting van de Stichting
is echter later prijs gegeven.
Ook stichtingen, die op andere
terreinen van het maatschappe
lijk leven werkzaam zijn, zijn als
geldig beschouwd.
Voorts mocht naar de oude
opvatting een Stichting geen
winst maken. Ook in dit opzicht
zijn in de loop der tijden de op
vattingen veranderd. Het maken
van winst had geen nietigheid
van de Stichting meer ten ge
volge. Haar doel mocht echter
nimmer beperkt zijn uitsluitend
tot het beogen van winst ten be
hoeve van bepaalde bij haar be
trokken personen. De Stichting
zou in dat geval immers worden
vervormd tot een zuiver com-