1090
2.500,en voor gehuwden
minder dan 3.100,dan
wordt de premie slechts gedeel
telijk ingevorderd.
De premies, welke ingevolge
het bovenstaande niet worden
ingevorderd, komen ten laste
van het Rijk.
Vrijstelling wegens gemoedsbe
zwaren.
Voor hen, die gemoedsbezwa
ren hebben tegen de ouderdoms-
verzekering, geeft de wet een
vrijstelling van de verplichtin
gen die de wet aan de verzeker
den oplegt. De premie wordt
van hen echter wel geheven en
wel door een verhoging van de
aanslag wegens inkomstenbelas
ting. Wenst iemand, die vrijstel
ling genoot, op 65-jarige leeftijd
toch in aanmerking te komen
voor de pensioenuitkeringen,
dan wordt hem dit alsnog toege
kend. Hij is immers gedurende
de vrijstelling verzekerd geble
ven en heeft zij het in andere
vorm de verschuldigde pre
mie betaald.
Het verstrekken van inlichtin
gen.
Dit onderwerp is ook voor
de boerenleenbanken als zodanig
van belang. Evenals bij de
Noodwet Ouderdomsvoorzie
ning rust op ieder de plicht om
aan de Sociale Verzekerings
bank, de Raad van Arbeid, de
Rijksbelastingdienst, de Rijksin
spectie van de Bevolkingsregis
ters, het Gemeentebestuur of
aan een daartoe door een van
deze instanties aangewezen per
soon de ten behoeve van de uit
voering van deze wet van hen
gevraagde inlichtingen te geven.
Deze inlichtingen moeten desge
vraagd schriftelijk worden gege
ven. Bovendien is iedereen ver
plicht inzage te verlenen van
boeken, bescheiden en andere
stukken, voorzover dit nodig is
ten behoeve van de uitvoering
van deze wet.
Dit houdt derhalve in, dat de
kassier van de boerenleenbank
zich niet kan beroepen op het
bankgeheim, indien een van de
hierbovengenoemde personen of
instanties zich tot de boerenleen
bank wendt. In dit verband zij
echter opgemerkt, dat het geval,
dat men inlichtingen behoeft ter
uitvoering van deze wet, zich
minder licht zal voordoen dan
onder de werking van de nood
wet ouderdomsvoorziening.
Voor de toepassing van deze
laatste wet, wendde men zich
immers vaak tot de boerenleen
bank cm te kunnen nagaan of
de pensioengerechtigde inder
daad geen vermogen bezat. Daar
het bezit van inkomsten of ver
mogen van het recht op pen
sioen volgens de nieuwe ouder
domswet geen rol speelt, zal een
onderzoek bij de boerenleen-