io37
De hypotheekbanken beschik
ken nog maar over beperkte
middelen en geven mondjesmaat
hypotheken af tegen 5% en ho
ger.
En nu onze boerenleenban
ken. Het kon niet uitblijven, dat
zeker zolang de hypotheekrente
bij onze boerenleenbanken nog
3% tot 4°/o beliep onder de ge
schetste omstandigheden de toe
loop van voorschotvragers bij
de boerenleenbanken steeds gro
ter werd. Land- en tuinbouwers
hadden steeds meer nodig voor
modernisering van hun bedrijfs
inrichting. Ook andere zelfstan
digen konden voor financiering
of verbetering van hun bedrijf
alleen nog maar bij de boeren
leenbanken terecht; de plaatse
lijke woningbouw werd meer en
meer eveneens geheel afhanke
lijk van de boerenleenbanken.
En tenslotte liep ook de plaatse
lijke overheid financieel vast en
meende voor ieder bedrag bij de
plaatselijke boerenleenbank te
recht te kunnen.
Zo zijn zich ook in het boe
renleenbankwezen verschijnse
len gaan voordoen, die typerend
zijn voor de welvaartscrisis,
waarin wij ons bevinden: n.1.
dat de middelen, waarover wij
beschikken worden overtrokken.
Het probleem, waarvoor wij na
tionaal staan, komt hierop neer,
dat wij meer verteren en meer
investeren dan de financiële
middelen, waarover wij beschik
ken, toelaten. Nu wij meer ver
teren dan waarover wij beschik
ken, teren wij op onze reserves
in en uiteraard kan men dat
slechts korte tijd volhouden.
Dit nationale probleem, weer
spiegelt zich op het ogenblik
ook in het boerenleenbankwe
zen; de vraag naar geldmiddelen
is bij onze boerenleenbanken
groter dan waaraan op de duur
zal kunnen worden voldaan en
derhalve moeten we op midde
len zinnen teneinde het even
wicht tussen beschikbare midde
len en uitleningen te herstellen.
En als vanzelfsprekend komen
credietbeperking en rente-aan
passing aan de orde.
Maar er is nog iets anders;
ook De Nederlandsche Bank zit
niet stil. Er werd reeds gespro
ken over een gevaarlijke spiraal
beweging van hogere lonen en
meer investeringen, die zou kun
nen omslaan in een beweging van
hogere lonen en hogere prijzen
als gevolg waarvan de koop
kracht van de gulden in gevaar
komt. Hier ziet de Nederland
sche Bank haar taak n.1. om te
waken voor de koopkracht van
het geld. Zij heeft de strijd tegen
de aansluipende inflatie aange
bonden. Het begon met enige