van aanvrager verkeerd wordt
vermeld, terwijl de eigendoms
verhoudingen ook niet steeds
duidelijk blijken. In dit verband
zou kunnen worden geadviseerd
om, zo spoedig als een voor
schot- of credietaanvrage bij de
boerenleenbank binnenkomt, te
trachten de noodzakelijke gege
vens zo volledig mogelijk te ver
krijgen, vóórdat de bestuursver
gadering wordt gehouden. Dit
houdt onder meer in, dat het
kadastraal extract, vermeldende
de onroerende bezittingen en de
eventuele hypothecaire belastin
gen, wanneer aanvrager onroe
rend goed bezit, vóór de verga
dering in het bezit der bank
dient te zijn. Dan heeft men bij
de bespreking der aanvrage ze
kerheid voor wat betreft de
eigendomsverhouding, de groot
te en aard van het onroerend
goed en over de bestaande hy
pothecaire inschrijvingen.
Over opgegeven borgen, wo
nende buiten de werkkring der
bank, hoe ongewenst deze ove
rigens ook zijn, zou tevoren
contact kunnen worden opgeno
men met informatiebronnen uit
de betrokken plaats.
Onder deze informatiebron
nen willen wij met name noe
men de kassier van de boeren
leenbank, in wiens werkgebied
de opgegeven borg woont.
Mogelijk kunnen ook een of
meer bestuursleden zich al een
oordeel gaan vormen omtrent de
kwantiteit en kwaliteit van de
levende en dode inventaris op
het desbetreffende bedrijf, als
mede over de aard en toestand
van dit bedrijf. Ook zouden, in
dien aanvrager daarmede ac-
coord gaat, reeds maatregelen
kunnen worden getroffen, zodat
het rapport van het landbouw-
boekhoudbureau ófwel ter in
zage ligt voor de beheerders,
ófwel bezien is door de Centrale
Bank of de districtskantoren
hiervan.
Dit alles maakt de beoorde
ling van de voorschot- en cre-
dietaanvragen tijdens de verga
deringen van Bestuur en Raad
van Toezicht eenvoudiger, ge
makkelijker en doeltrefender.
ad. 4. Zoals in het voorgaan
de reeds gesteld is, behoren de
beheerders en de kassier, indien
hun bekend is dat de economi
sche positie van een debiteur
aan het verzwakken is, hiervan
mededeling te doen aan het Be
stuur der bank.
Dit tijdig geïnformeerd kun
nen zijn is een der voordelen
van het verspreid wonen der be
heerders, waarbij verondersteld
kan worden, dat deze gezamen
lijk het gehele werkgebied kun
nen overzien.
ad. 5. Hetzelfde geldt ook met
betrekking tot de eventueel
1057