io53 goede trouw wordt gevorderd d.w.z. door omstandigheden, welke een verhoging of een ver laging wettigen. Ook de kwestie van de repa- ratiën werd door de inleider be sproken. De verpachter is ge houden aan het gepachte gedu rende de pachttijd alle noodza kelijke reparatiën te doen ver richten, met uitzondering van de geringe en dagelijkse, welke volgens het plaatselijk gebruik ten laste van de pachter komen. Komt de verpachter binnen 14 dagen na schriftelijke aanmaning van de pachter deze verplich ting niet na, dan kan de Grond kamer de pachter machtigen de reparatiën zelf op kosten van de verpachter te doen verrichten. Bij de beoordeling van de noodzakelijkheid van de ten las te van de verpachter komende reparatiën hecht de Grondka mer meer waarde aan de rede lijkheid, dan aan de stringente bepaling van het Pachtbesluit. Wanneer b.v. een boerderij is gepacht met een vrijwel versle ten varkenshok en een reparatie daarvan practisch zou neerko men op een vernieuwing, dan krijgt de pachter, die van de mi serabele toestand van het var kenshok bij de aanvang van de pacht op de hoogte was, bij de Grondkamer nul op zijn rekest. Na nog enkele beschouwin gen gewijd te hebben aan de be roepsmogelijkheid van de uit spraken van de Grondkamer op de Centrale Grondkamer, be sprak de heer van den Heuvel nog de strekking van de woor den „zou leiden tot" in artikel 9 van de Wet Vervreemding Landbouwgronden. De Grond kamer moet een verzoek om goedkeuring van overdracht van land afwijzen indien de overeen komst zou leiden tot een ondoel matige verkaveling of een on doelmatige ligging van het land ten opzichte van de bedrijfsge bouwen, tot een zodanige gerin ge bedrijfsgrootte, dat de onder nemer zijn volledige arbeids kracht op het bedrijf niet pro ductief kan maken enz. Door de Grondkamer is nu uitgemaakt, dat dit „leiden tot" niet ziet op bestaande toestanden, dus niet op nog bestaande te kleine of niet behoorlijk te exploiteren bedrijven, doch dat dit voor schrift slechts kan verhinderen het ontstaan van nieuwe dwerg bedrijfjes of van nieuwe slecht exploitabele bedrijven. Aan de verkoop aan een pachter, die een klein bedrijfje exploiteert, kan dus de Grondkamer wegens de geringe bedrijfsgrootte, niet zijn goedkeuring onthouden. Deze geringe bedrijfsgrootte is een bestaande toestand. Op deze inleiding van de heer van den Heuvel volgde een zeer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1956 | | pagina 25