van den Heuvel een beschou
wing gewijd aan het karakter
van de pachtnormen, welke op
grond van de Wet Vervreem
ding Landbouwgronden voor de
bepaling van de maximum-prijs
voor de vervreemding van land
zijn vastgesteld. Aan deze pacht
normen zijn de Grondkamers bij
de beoordeling van de koopprij
zen gebonden. Is echter een
Grondkamer ook bij de toetsing
van de pachtprijzen gebonden
aan de pachtnormen, gesteld
voor de bepaling van de hoogst
toelaatbare koopprijs? In het
Pachtbesluit is bepaald, dat de
Ministers van Justitie en van
Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening richtlijnen kunnen
vaststellen, welke de Grondka
mers bij de beoordeling der
pachtovereenkomsten tot lei
draad dienen. In 1952 zijn derge
lijke richtlijnen gegeven. Deze
waren dus slechts een niet-bin-
dende leidraad. De op grond
van de Wet Vervreemding
Landbouwgronden afgekondig
de pachtnormen leveren echter
een hogere pacht op dan de
richtlijnen van 1952 en de
Grondkamers houden zich ook
voor de beoordeling van de
pachtprijzen aan die hogere nor
men, zodat deze practisch ook
in pachtzaken bindend zijn. De
spreker wees er nog op, dat de
maximum-pachtprijzen niet en
kel en alleen gelden voor feil
loos onderhouden en gelegen
pachtobjecten doch voor ieder
pachtobject met een redelijke
onderhoudstoestand en ligging.
Voorts besprak de heer van
den Heuvel de mogelijkheid van
herziening van de pachtprijs tij
dens de duur van de pacht. Zo
als bekend bepaalt het Pachtbe
sluit, dat telkens voor het ver
strijken van een pachtperiode
van drie jaren, de verpachter en
de pachter met elkaar in overleg
zullen treden nopens de herzie
ning van de pachtprijs, althans
indien een hunner dit uiterlijk
drie maanden vóór het verstrij
ken van een driejarige pachtpe
riode verzoekt. Wordt geen
overeenstemming bereikt, dan
kan men zich tot de Grondka
mer wenden om herziening van
de pachtprijs. Er moet, aldus
bepaalt het Pachtbesluit, eerst
overleg geweest zijn en heeft
dit overleg geen resultaat opge
leverd dan beslist de Grondka
mer. Voor overleg is echter me
dewerking van beide partijen
vereist. Zou een van de partijen
weigeren in overleg met zijn
wederpartij te treden, dan kan
dus eigenlijk van overleg niet
worden gesproken. Vandaar dat
als voldoende wordt beschouwd
een schriftelijk voorstel tot
overleg. Reageert de andere
partij daarop niet, dan kan men
zich tot de Grondkamer wenden
om herziening van de pachtprijs.
De Grondkamer herziet de
pachtprijs, indien zulks door de
1052