io47
alsmede ouderdoms-, weduwe-
en wezenrente. De wet kent een
systeem van premiebetaling door
middel van het plakken van ren
tezegels op een rentekaart, wel
ke premie door de werkgever
moet worden opgebracht. Reeds
van het in werking treden van
de wet af lagen de uitkeringen
gebaseerd op de slechts zeer
geringe premiën ver beneden
de minimale levensbehoeften.
Het gezegde oud en arm bleef
ook onder deze wet onvermin
derd gelden. De toeslagen, welke
de overheid na de oorlog op de
renteuitkeringen gaf, maakte de
situatie voor de rentetrekkers
iets dragelijker, doch het gehele
systeem van de wet werd er niet
beter op.
In afwachting van een geheel
nieuwe regeling van de invalidi
teitspensioenen en de weduwen-
en wezenvoorzieningen wordt
deze wet voorlopig gehand
haafd.
2. De Ouderdomswet 1919.
Deze wet geeft aan ieder de
mogelijkheid om een vrijwillige
ouderdomsverzekering te slui
ten. Hoewel van deze mogelijk
heid slechts weinig gebruik is
gemaakt, wordt deze wet ge
handhaafd.
3. De Noodwet Ouderdoms
voorziening.
Zoals hiervoor reeds werd op
gemerkt is deze wettelijke rege
ling de voorloper geweest van
de Algemene Ouderdomswet.
Het zou te ver voeren om alle
verschilpunten te behandelen,
die er tussen beide regelingen
bestaan. Twee principiële ver
schillen springen echter in het
bijzonder in het oog. Op de eer
ste plaats geldt de Algemene
Ouderdomswet voor iedereen,
onverschillig of men in goeden
doen verkeert, dan wel in be
hoeftige omstandigheden. Met
eigen inkomen of vermogen
houdt de Algemene Ouderdoms
wet dan ook in tegenstelling tot
de Noodwet Ouderdomsvoor
ziening geen rekening. Op de
tweede plaats neemt het Rijk
niet, zoals bij de Noodwet Ou
derdomsvoorziening, de premiën
voor zijn rekening, doch deze
moeten worden opgebracht door
de verzekerden.
Met het inwerking treden van
de Algemene Ouderdomswet op
1 januari 1957 (officieel is de
datum echter nog niet vastge
steld), komt de Noodwet Ou
derdomsvoorziening te verval
len.
De Algemene Ouderdomswet.
Zoals in de titel van de wet
reeds tot uitdrukking komt, geldt
de wet algemeen en wel voor de
gehele bevolking. Zij onder
scheidt zich hierdoor van de
meeste andere sociale wetten,